In het gastenboek verschijnen vaak leuke verhalen. Niet iedereen kijkt in het gastenboek, daarom halen we soms een verhaal naar voren.
Deze keer het verhaal van Frits de Ruijter van 30 april 2008
Wandeling door Oud-West
Verleden week besloot ik weer eens een keertje mijn goede Amsterdam met een bezoek te vereren.
De Markt
Om een uur of zeven tufte ik dus naar Mokum waar ik op de Overtoom nog een parkeerplaats voor mijn schicht vond. Wandelend door de Jan Pieter Heijestraat viel mij op dat hier de laatste vijftig jaar weinig was veranderd. Een paar exotische eethuisjes was het enige dat mij onbekend voor kwam.
Via de Kinkerstraat kwam ik in de ten Katestraat waar het drijfnatte schoongespoten asfalt op de naderende markt wachtte. Het water op het asfalt verspreidde een geur die onbestemd aan mijn herinnering knaagde. Alles was nog leeg en stil, slechts een enkele marktkoopman was bezig zijn bestelbusje uit te laden.
Spinnen
Op de hoek van de Bellamystraat bevond zich nog steeds de dierenwinkel van Seket. Als kind heb ik daar vaak staan kijken naar de glazen bak, waarin een eenzame vogelspin tevergeefs op een koper wachtte. Nu stonden er in de etalage veel bakken met veel vogelspinnen en andere uitheemse diersoorten. Het boeide mij minder dan die ene vogelspin van vijftig jaar geleden.
de Plump
Ik liep een stukje de Bellamystraat in om te kijken of de bioscoop Olympia er nog stond. Helaas, zoals zoveel bioscopen was ook deze verdwenen. Een soort Marokkaans ontmoetingscentrum was er voor in de plaats gekomen.
Voorzichtig duwde ik de toegangsdeur open. Een steile trap naar een donker niets was het enige dat ik kon bespeuren. Alles was er onheilspellend stil. Snel deed ik de deur weer dicht. Ja, de Olympia bioscoop, "de Plump" zoals wij hem als kind noemden. Ver voor de oorlog was het een paardenstal van "van Gend & Loos" geweest.
In die tijd geschiedde het meeste vervoer nog met "paard en wagen". Toen na de oorlog van Gend & Loos overging op vrachtwagens, werd de paardenstal opgedoekt en omgebouwd tot de bioscoop Olympia.
Het was een goedkoop buurttheater en er werden vooral slechte cowboyfilms vertoond. In de zaal bevond zich geen filmdoek, maar een helwit geschilderd vierkant op de stenen muur diende als alternatief. Op warme zomeravonden zag je, als de zaal vol was, het condenswater langs de vertoonde film naar beneden sijpelen. Wij gingen als veertien-vijftienjarigen voornamelijk naar de Olympia om keet te trappen. De vertoonde films hadden minder onze aandacht. Er liep daar tijdens de voorstelling een vreemd mens rond met een blad chocoladerepen, pindabrokken en frujetta. Ze schreeuwde dan n een brabbeltaaltje "faine sjoekoelade, piendareeps, schnoeproelletjes." Dat geschreeuw verstoorde vaak de aandacht voor de film, zodat menigmaal iemand een schop onder haar blaadje met zoetigheden gaf en de handel lekkernijen door haar in het halfduister van de grond moest worden gegrabbeld. Ja, een moffin in de oorlog in een duistere bioscoop in een volksbuurt, dat kan niet goed gaan. Ach de Plump, koestering van mijn sentiment is ook alweer jaren geschiedenis.
Ik wandelde verder richting Leidseplein en bij leven en welzijn vertel ik op een later tijdstip nog het een en ander over mijn wandeling in mijn geliefde Mokum.
Gepubliceerd: 9 mei 2008
7492 keer bekeken