Vrijheid, blijheid
‘Sinds wanneer ben je dakloos?’ vraag ik. Rob: ‘Sinds het woord ‘dakloos’ is uitgevonden, maar ik ben niet dakloos geboren geloof ik. Ik ben zelfs in een huis geboren, in de Kinkerstraat, maar op mijn 13de ben ik weggelopen, na conflicten met mijn moeder. Ze hield me steeds binnen en dat wilde ik toen al niet’.
Rob heeft een ‘plat Amsterdams’ accent en zegt af en toe vreemde dingen zoals: ‘Jezus heeft geld nodig of heeft Jezus geen geld nodig?’
Hij heeft een rijke fantasie, dat is duidelijk aan de verhalen die hij vertelt. Hij verdeelt de wereld in ‘huiskamermensen’ en ‘vrije mensen’ zoals hijzelf en hij woont in het ‘Transformatorbosje’ bij Westpoort. Hij is een van de overgeblevene van de groep stadsnomaden die daar woonden.
Teveel regels
‘Hoe doe je dat nou met douchen en kleding wassen?’ vraag ik.
Rob: ‘Douchen daar doe ik niet aan, maar ik verzorg m’n huid wel. Douchen is voor ‘huiskamermensen’. Sommige daklozen worden ook ‘huiskamermensen’ en dat vind ik onbegrijpelijk. De varkens wonen binnenkort in varkensflats en mogen niet naar buiten en de kippen moeten straks naar ‘aanleunwoningen’ net als bejaarden.
M’n kleding was ik door het aan een paar takken te hangen. Dan wacht ik tot er een flinke regenbui komt, dan is het weer schoon. In Westpoort waar ik woon, is alles wat ik nodig heb. Ik woon daar sinds 2000, een beetje beschut tegen de wind en dat is prettig als het koud is.’
Rob verplaatst zich op skeelers door de stad en heeft zijn gitaar op zijn rug. Hij is vaak boos vanwege alle regels die er zijn.
Rob: ‘Gitaarspelen op straat kan haast niet meer in de huidige maatschappij, want je krijgt meteen een boete. Je moet overal een vergunning voor hebben’.
Bomen zijn heilig
Rob gaat naar bijna alle Raadsvergaderingen van Stadsdeel West en is daardoor op de hoogte van wat er speelt. Hij trakteert de ambtenaren en andere aanwezigen voor de Raadszaal op zijn gitaarspel. Rob: ‘Ik hou erg van natuur en ik ben tegen auto’s. Bomen vind ik prachtig en daarom verklaar ik ze heilig. Ik ben ook tegen de bouw van snelwegen en kantoren, omdat daardoor veel mooie, oude bomen zullen sneuvelen’.
Nooit ziek
Rob: ‘Ik krijg leefgeld van een instantie en daarom heb ik ook een ziektekostenverzekering, maar ik moet niets hebben van ziekenhuizen en ik ben gelukkig nooit ziek. Als je in een ziekenhuis komt te liggen, dan wordt je ’s morgens wakker en ben je omgebouwd tot vrouw. Niets voor mij. Verslaafd ben ik niet, al heb ik vroeger wel van alles gebruikt en van alles uit geprobeerd, maar dat doe ik nu niet meer’.
Bij de Schakel komt Rob als hij om een praatje verlegen zit en voor een kop koffie en een maaltijd.
Rob: ‘In de Schakel hoor je héél veel verhalen. Ik zou er een boek over kunnen schrijven. Iedereen die daar komt wil z’n verhaal kwijt’.
Hij heeft een paar keer in de gevangenis gezeten voor slapen langs de openbare weg maar vindt dit onterecht en vindt dat hij onschuldig is vastgezet. Als het aan Rob ligt dan blijft hij voorlopig nog zo leven,
zelfs in een strenge winter zoals die van 2009/2010, verkiest hij buiten slapen boven de beschutting van de opvang.
Vrijwilligers zijn goud waard
Guus van Es, coördinator van de Schakel vertelt me dat veel daklozen het rond hun vijftigste beu zijn om buiten te slapen, want het vergt veel van een mens.
Guus: ‘Dagelijks komen hier zo’n 35 tot 40 dak- en thuislozen voor een onbijt, een kop koffie of thee en een praatje. Wij zien ze vaak want de Schakel is kleinschalig en laagdrempelig. Daardoor kunnen wij signalen oppakken en mensen doorverwijzen naar andere instanties. Maar alleen als ze dat willen, want je kan niemand dwingen en sommige daklozen zijn zorgmijdend’.
Guus werkt al sinds 1992 bij de Schakel samen met een groot aantal vrijwilligers. Het prettige van werken met vrijwilligers is, dat die tijd hebben voor de mensen en een luisterend oor kunnen bieden.
Instanties hebben geen tijd meer en zijn heel zakelijk geworden.
Dakloos of thuisloos
Guus: Het verschil tussen dak- en thuislozen is, dat thuislozen wel een woning hebben waar ze kunnen slapen, maar het is geen echt thuis. Ze zwerven overdag rond in de stad. Daklozen hebben helemaal geen woning en slapen op straat of in de opvang.
De Schakel is gevestigd aan de Wittenkade 109 en is geopend van maandag t/m donderdag.
José Stolp
Dit verhaal is eerder verschenen in de Staatskrant die verschijnt in het gebied van voormalig Stadsdeel Westerpark.
Terug