Januari 1958 kwam ik met mijn ouders en broertje in Slotermeer wonen,
in de Speelmanstraat om precies te zijn, achter Jamin en Friedel. In het begin dus.
Herinneringen aan Slotermeer
Deel 1
Ik bezocht de Noordmansschool, eerst in een houten noodgebouwtje, daarna het permanente gebouw er tegenover aan de Louis Couperusstraat. Eerst lopen over het nog als “ruw landje” voor mij bekende Gerbrandypark, later door het park zelf.
Aan de achterkant kon je bij helder weer de kranen in de Westhaven zien staan en ik herinner me nog de “hel van 63“: Een fles volle melk, geleverd door Zuidervaart, was bevroren geraakt en de melk kwam eruit, de dop bovenop. Dat moet een kracht geweest zijn! En we hadden dus roomboter, maar niet heus. Een andere leverancier was bakker Harte. Zuidervaart en Harte; wie kent die twee nog?
Onaardig wonen was het er niet
Van “de trap” herinner ik me nog verschillende familienamen: Kamstra, Volten, Dogger, Sterk, De Heer, Belle, Wouters en de Indische familie Meijer. Mevrouw was ooit lerares koken geweest in Indonesië. Als het weer eens sterk rook, zeiden we altijd “Het zal wel lekker zijn”. Meneer Meijer was ooit militair geweest, nu gepensioneerd en enthousiast voetbalkijker via de TV. Hij was ook de eerste die op de trap een kleuren-TV had en hij vond het leuk als ik kwam meekijken. We maakten zelf onze analyses, voor wat ze waard waren dan.
Veel later kwan de Marokkaanse familie Zeijli boven ons wonen. En ook daar hadden we leuk en goed contact mee. Mevrouw sprak toen geen woord Nederlands, kende de weg niet en meneer vroeg mijn moeder zijn vrouw te helpen, wat mijn moeder deed. Zo leerden mijn moeder en ik onze eerste Arabische woordjes. En nog steeds hebben we af en toe contact. De familie is zeer begaan met “tante” die nu noodgedwongen in een verzorgingshuis verblijft.
1247 keer bekeken