Ferguutstraat

Auteur: null

Over de Ferguutstraat en de geschiedenis van Bos en Lommer is op de verschillende plaatsen meer informatie te vinden. — 

In 2004 is een aardig boek verschenen met de titel: 'Bos en Lommer en de Baarsjes, de geschiedenis van Amsterdam-West', auteur: Ton Heijdra, Uitgeverij René de Milliano. — 

Voorts is op diverse websites het een en ander te vinden: — 

nl.wikipedia.org/wiki/Bos_en_Lommer — 

gemeentearchief.amsterdam.nl/archieven/beeldbank/home.nl.html — 

Aan onderstaande website heb de volgende tekst ontleend: www.bosenlommer.amsterdam.nl/live/index.jsp?nav=322&loc=87249 — 

Bos en Lommer — 

Het uitbreidingsplan "Bosch en Lommer", zoals dat op 4 december 1935 door de Gemeenteraad werd goedgekeurd, omvatte het gebied tussen de Haarlemmerweg, Admiraal de Ruijterweg, de Jan van Galenstraat en de Ceintuurspoorbaan. Een woongebied voor 35.000 mensen, dat in verband met de ligging nabij het nieuw aan te leggen haven- en industrieterrein bestemd was voor de huisvesting van de toekomstige arbeiders. Het plan en de bebouwingsvoorschriften waren gericht op de bouw van goede en goedkope arbeiderswoningen tegen een zo laag mogelijke huurprijs. Voor de verkaveling werd op grote schaal gekozen voor strokenbouw, maar ook voor half open bouw (een gesloten bouwblok waarvan de korte zuidzijde is weggelaten). In de toelichting bij het uitbreidingsplan werden specifieke bepalingen omtrent de noord-zuid georiënteerde bouwblokken opgenomen. Een bebouwing in vier verdiepingen met een bouwhoogte van circa 15 meter, een gevelafstand van 20 meter en een bouwdiepte van 13 meter. De zuidzijde die onbebouwd bleef, zorgde voor de nodige toetreding van het zonlicht. Het plan hield ook rekening met hoogbouw van acht verdiepingen. De bouwkosten hiervan werden door de "Commissie voor den Hoogen Bouw" in 1935 te hoog bevonden. Een speciale plaats werd ingeruimd voor bejaardenwoningen in laagbouw op het zuiden langs groene stroken. Naast de vestiging van winkels en bedrijfsruimten langs verkeerswegen, werd in het plan ook gelegenheid geboden voor het stichten van kerken, scholen en sociaal-culturele voorzieningen. Door de aanleg van plantsoenen werd een verbinding gelegd tussen recreatiegebieden zoals het Erasmuspark en de volkstuin- en sportcomplexen. Veel groenzones kwamen te liggen langs open gehouden terreinen voor scholen en speelterreinen. Bos en Lommer is verreweg het groenste stadsdeel van Amsterdam. — 

Een belangrijk element in het plan was het als centrum ontworpen verkeersplein voor de afwikkeling van het interlokale verkeer (richting de Zaanstreek, Schiphol, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en het Gooi en Haarlem) en lokale verkeer (het Westelijk Havengebied en de bestaande stad). Vijf belangrijke verkeerswegen moesten hier samenkomen, namelijk de Hoofdweg, een ontworpen ringweg van parkachtige aanleg, een noordwaarts gelegen verbindingsweg met de Haarlemmerweg en een hogergelegen westwaartse aftakking daarvan, en de Bos en Lommerweg. Tevens werd in het plan op consequente wijze een scheiding van het doorgaande en lokale verkeer doorgevoerd. "Het stramien van wegen" was van groot belang voor de ontwikkeling van het stadsdeel en vormde volgens de ontwerper Van Eesteren, het fundament van het Algemeen Uitbreidingsplan. — 

Het zou tot 1938 duren voordat het Plan "Bosch en Lommer" tot uitvoering werd gebracht. De eerste woonblokken verrezen aan de Heer Halewijnstraat, de Ferguutstraat, de Blancefloorstraat, de Elegaststraat en de Reinaert de Vosstraat. Na de Tweede Wereldoorlog werd in 1949 gestart met de bouw aan de westkant van het stadsdeel, dat breder van opzet is. Het eerste gerealiseerde deel aan de westelijke kant wordt gevormd door de bouwblokken aan het Jan van Schaffelaarplantsoen en de Akbarstraat. — 

Alle rechten voorbehouden