Soms overkomt je zoiets. We hadden een huisje gehuurd op een camping dicht in de buurt van de Pyreneeën. Op zaterdag kwamen we aan, onze buren waren nog aan het uitpakken. Amstelveners, concludeerde ik naar aanleiding van de reclame op het nummerbord. Eerst maar eens uitpakken en dan vroeg naar bed, het was een vermoeiende reis.
Toevallig kwamen we ’s ochtends tegelijkertijd uit ons huisje, ik om ons van brood te voorzien en de ‘buurman’ om aan zijn dagelijkse rondje hardlopen te beginnen. Al babbelend wandelden we een eindje samen op. Van oorsprong was hij Amsterdammer, werd al snel duidelijk. Sindsdien groeten we elkaar vriendelijk, dat was het contact.
Op donderdag gingen we naar een naburig dorp, daar was een grote supermarkt waar ongetwijfeld wat streekproducten te koop waren, die we mee naar huis wilden nemen. Laat onze buurman nu vlak achter ons aan, daar binnen stappen! Een kort praatje was natuurlijk het gevolg. Nog geen tien tellen later, had hij zijn boodschap gedaan en liet ons een grote fles Ajax zien. Hoe toepasselijk riep ik hem toe, zo doe je dat als echte Amsterdammer in Frankrijk. Mis, hij bleek helemaal geen Ajaxied te zijn, maar DWS-er en later ook nog van FC Amsterdam. Daar had hij zelfs gespeeld, vertelde hij, samen met een aantal namen die ik noemde uit het kampioenselftal van 1964.
Ook speelde hij nog in het UEFA jeugd elftal, toen ging bij mij een lichtje branden en begon een ondervraging. Ben je lang doorgegaan met voetballen. Nee, hij was aan één oog blind geworden door een virusziekte. Het was wel genezen, maar vlak daarna brak hij een been. Woonde je toevallig in De Rijpstraat, was toen mijn finale spannende vraag. Als dat zo is, dan waren wij buurjongens, ik woonde direct naast De Rijpstraat op de Rijpgracht.
Henk Olk is zijn naam, we schelen een jaar of tien, ik trouwde toen hij veertien was. Op die leeftijd een te groot verschil om met elkaar op straat te spelen. Ik noemde een aantal namen, waarmee hij in hetzelfde portiek woonde. Mijn geheugen won het van het zijne, van mij wist hij niets. Henkie, zag ik vroeger regelmatig samen met zijn vader een balletje trappen, bij ons aan de overkant. Hij was een veelbelovend talent, de jongste profvoetballer met een contract. Misschien wel de opvolger van Johan Cruyff. Door domme pech is het nooit geworden wat er van hem werd verwacht. Toen maakte ik me zorgen over hem. Alle tijd in voetballen steken en er dan zo vroeg mee moeten stoppen. Komt dat wel goed. In Frankrijk kon ik concluderen dat ik me voor niks zorgen maakte, het zag er naar uit dat het goed met hem ging, goeie baan en een leuk gezin.