"We woonden drie hoog zonder douche, zonder veranda op twee kamers met een tussenkamer."
Het is duidelijk waarom ze zo enthousiast waren over de folder vol nieuwbouw in het westen van de stad. “Weiland was het hier nog. Maar er zouden eengezinswoningen worden gebouwd. Dat leek ons zalig. Een huis met een tuin!" Het was wel een erg grote sprong. “We gingen van zeven gulden per week naar 72 gulden per maand! Terwijl ik 23 gulden per maand verdiende!" Ze kijken nu — exact vijftig jaar later - naar buiten. Er is veel veranderd. “Achter onze tuin was nog laagbouw; verderop stonden alleen nog paaltjes." Haar moeder kwam met de bus tot aan de Burgemeester Röellstraat. “Ik kon haar vanaf hier zien uitstappen en door het zand hiernaartoe zien komen."
Heimwee
Ze waren allang blij dat ze jaren daarvoor in 1941 een woning in het oosten van de stad konden krijgen. Hij was sinds zijn geboorte lid van de woningbouwvereniging. “Mijn moeder had een vooruitziende blik." Maar het was klein. Zeker toen er kinderen kwamen. Verhuizing naar de andere kant van de stad kwam dan ook als een welkome verandering. Goed, planken voor de deur en zand, veel zand. Maar toch: “Het was een hele fijne tijd. Het is nu wat drukker met die autoweg. Te druk eigenlijk voor ons." Heimwee had ze. “Naar de winkels. In Oost had je van die leuke winkeltjes in de Javastraat en je had de Dappermarkt. Hier had je niet veel. Nog niet. Alleen in Slotermeer kun je wel lekker winkelen." Langzaamaan werd het drukker in de nieuwbouwwijk. Er kwam een bakker, er kwam een Spar waar je nog een half pond suiker kon kopen. Nieuwe bewoners kwamen vanuit alle provincies. Hij: “Groningers, Friezen, Drenten. En dat ging best goed samen." Nu komen nieuwe bewoners vanuit alle delen van de wereld. En ook dat gaat goed. “We gaan op de thee bij onze Marokkaanse buren op de hoek en ze hebben bij ons koffie gedronken." Op tafel een asbak uit Marokko. Souvenir en gift van de buren. “Ik rook niet, maar er kan ook prima een kaars in!" Ze boffen met hun buren. “Ze helpen overal mee."
Ze zijn 82 en 86 jaar jong. Een actief leven. Zij kookte voor Stichting De Brug. Bezoekt namens De Zonnebloem. Ze gaan op reis met de caravan. De armoede van toen — “Ik vermaakte de kleren van de kinderen" — versus de relatieve rijkdom van nu. Ze zitten nog steeds lekker in West. Zij: “Het stadsdeel zegt me niet erg veel, hoor. Ik ben altijd erg blij als ik in het centrum ben. Maar op dit stukje, in deze woning, met deze buren voelen we ons erg gelukkig. We hebben elk jaar met twee straten een barbecue. De Meervaart is dichtbij. Erg gezellig. We wonen hier goed." Al vijftig jaar.