Tante Emmy, zoals zij door bijna iedereen wordt genoemd woonde 31 jaar in Indië. Een mengelmoes van Chinees-Indische en Nederlandse genen, klein van stuk, maar door vrijwel ieder die haar kent geliefd en gerespecteerd. Dankzij haar leeftijd, levenskennis en haar kookkunst wordt zij nog steeds om raad gevraagd maar ook om om indische koekjes te maken of heerlijke Indische maaltijden voor grote groepen. Of een recept maar die krijg je niet want dat is een familiegeheim. Koken is haar enige echte hobby.
Bijna elke week komt ze op dinsdagmiddag naar Jembatan, háár Indische club. Ze blijft een opgewekte tante, hoewel de reuma en andere lichamelijke ongemakken haar voldoende reden geven om chagrijnig te zijn maakt ze iedereen aan het lachen door haar droge opmerkingen. Ze draagt haar hart op de tong en daardoor weet je met haar waar je aan toe bent.
Gordel van Smaragd
De Gordel van Smaragd heeft haar leven bepaald. Daar heeft ze een fantastische jeugd doorgemaakt, maar ook de 2e wereldoorlog. Tijdens de oorlogsjaren bleef zij buiten de Japanse kampen. Wat niet wil zeggen dat ze daardoor gevrijwaard bleef van de agressie van de Japanners. Als ze een Japanner tegen kwam werd verwacht dat ze voor hem boog, deed ze dat niet dan werd ze bedreigd, afgesnauwd en afgeranseld. Dat is haar veelvuldig overkomen. Ze kwam aan eten door de verkoop van koekjes.
Direct na de z.g bevrijding, van de Japanners, riep op 17 augustus 1945 de latere president Soekarno de Republiek Indonesia uit. Hierdoor begon een vreselijke strijd om de onafhankelijkheid van Indonesië. De z.g. Bersiaptijd volgde, tante Emmy werd gevangen genomen, verbleef tien weken in de gevangenis van Magelang en werd vervolgens doorgestuurd naar een Bersiapkamp, streng bewaakt door Indonesiërs.
Uiteindelijk kwam ze vrij en werd herenigd met haar eerste echtgenoot Anton Hoorn, die tijdens de oorlogsjaren in diverse Japanse kampen tewerk was gesteld. Na een paar jaar in een vijandige omgeving te hebben gewoond werden zij verplicht om een keuze te maken. Blijven in Indonesië betekende het opgeven van hun Nederlandse nationaliteit. Dan werden zij Warga Negara's, ofwel Indonesische staatsburgers. Omdat zij er voor kozen om Nederlander te blijven werden zij uiteindelijk gedwongen om hun gerboorteland te verlaten.
Getekend door de oorlog en de vreselijke ervaringen tijdens de vijandige onafhankelijkheidsstrijd vertrok het gezin in 1955, met hun enige zoon naar Nederland.
Osdorp
In Nederland woonde zij tot 1989 eerst in Schoorl en later in Egmond aan Zee. Inmiddels was haar man Anton overleden en hertrouwde zij in 1989 met de heer van Affelen van Saemsfoort. Beide waren al enige tijd alleen. Haar man woonde al in Osdorp en tante Emmy trok bij hem in. In dit kleine eensgezins huisje woont ze nog steeds, alleen. Ze is niet van plan om weg te gaan. Haar onafhankelijkheid is haar dierbaar. Haar huisje is inmiddels volledig aangepast, heeft thuiszorg, redt zich aardig en is bekend met de buurt.
Woonde er vroeger veelal Indische Nederlanders in haar straat, nu hebben die plaats gemaakt voor migranten. Ze bemoeit zich niet zo met het ‘buitengebeuren’ en vindt het allemaal wel goed. Haar enige wens is zolang mogelijk zelfstandig te blijven en haar wekelijkse uitje naar Jembatan. Dan kan ze het nog lang volhouden zegt ze.