In het vierde huis van de hoek woonde onze huisarts dokter de Vries. Hij had daar ook zijn praktijk, de wachtkamer was aan de voorkant. Dit stukje Nassaukade had toen toch enige allure, en nog steeds dacht ik. Dokter de Vries herinner ik me als een bedachtzaam persoon. Zijn diagnose van de kwaal was meestal goed en hij streefde daarna naar een volledige genezing. Ik ging eens met moeders naar hem toe voor een klacht over mijn hoofdhuid. Nou ik heb het geweten. Drie weken moest ik mijn huid behandelen met teerzalf? en inzwachtelen met verband. Ik leek toen veel op de sultan van Oman, maar dan in zijn jonge jaren. Voordeel was dat ik niet naar school hoefde zolang ik met die tulband liep. Later is het toch nog goed gekomen, ik draag geen tulband meer.
Hij zegt mij altijd gedag als ik voorbij fiets. Met regen, wind of storm, hij is altijd goed gehumeurd. Altijd strijdvaardig, maar hij heeft nooit zijn lachspier in beweging kunnen krijgen. In de stamboom van mijn familie wordt hij, Domela, zijdelings genoemd als spreker op een 1 mei bijeenkomst in 1892. Dat gebeurde op een stukje land in de omgeving van een herberg op de Schrans (Leeuwarden). Deze herberg was in bezit van de familie. Na zijn spreekbeurt zal hij ongetwijfeld de herberg zijn binnengestapt, met een trommeltje brood onder zijn arm, om te proeven van de warme koffie.
Fietsend door de Staatsliedenbuurt (2)
Herinneringen van circa 60 jaar geleden met recente foto’s.
590 keer bekeken