JES kende een tiental stafeden, meer dan honderd vrijwilligers en een omzet van ongeveer zes ton. Alle was er, van peuterspeelzaal tot ouderenwerk. Onderling begrip kweken tussen die verschillende doelgroepen kostte soms moeite. Alle werkvormen waren namelijk eilandjes met eigen bestuur en begroting en dulden geen inmenging. Daar eenheid in aan brengen is een hele klus en het was bovendien middenin de democratiseringsgolf in die jaren. Alles wat ‘van boven’ kwam was verdacht; dus ook van de stedelijke stichting of van mij als coördinator.
Soms was ik ‘Jan’ die zich nergens mee moest bemoeien en niet eens uit de wijk kwam. Dan weer de zwarte piet die de rotklussen moest opknappen want ik kreeg er immers voor betaald! Veel tijd ging op aan vergaderingen, soms ten koste van het uitvoerende werk. Dat ging overigens ‘overal’ zo in die tijd.
Ik herinner me een gesprek met een topman van de Hema. Hij vergeleek mijn werk met het runnen van een middelgrote Hema. Alleen toen ik hem vertelde dat mijn werk er uit bestond te zorgen dat klanten de winkel runnen; maar dat als ze het doen de zaak failliet gaat. Hij snapte het niet. Stedelijk speelden die democratiseringsproblemen ook. Uiteindelijk heb ik meegeholpen met een intern onderzoek naar het functioneren van zogenaamde beleidsraden binnen diverse werkeenheden. In een ‘speciale uitgave van Het Anker augustus 1982’ stond de conclusie over de voortgang van de democratiseringsprocessen: ‘Het bestaan van beleidsraden heeft wel degelijk de machtsverhoudingen veranderd, maar de invloed van beroepskrachten lijkt nog zeer groot, ondanks de beste bedoelingen ...’ Zeer herkenbaar voor wat JES betreft.
Verder was Osdorp een écht dorp. Ik herinner me dat er mensen waren die maar een enkele keer per jaar naar het Leidscheplein gingen. En dat terwijl de trots van Osdorp, een eigen sneltram - lijn 1- daar rechtstreek heen ging. Voorbij de Sloterplas begon de échte stad pas. Voor de fietser betekende dat meestal een zware tocht tegen de wind in. Voor de meeste Amsterdammers was Osdorp Verweggistan. Maar dan wel een dorp met reusachtige flats waar je letterlijk tegenop moest kijken, zoals aan de Osdorper Ban. Ik heb het woord ‘ban’ nooit goed begrepen. Wie werden daar Ver-bannen naar het einde van de wereld? Gelukkig stond er voor hen nog een prachtig buurt centrum op de hoek van de Klaas Katerstraat.