Schoonbranden en oud koper
Tijdens het draadtrekken, aflassen of andere werkzaamheden in de woningen werden alle restant stukjes koperdraad bewaard en verzameld in een grote doos die in onze keet stond. Ook gebeurde het natuurlijk dat er bijvoorbeeld nog een meter draad in een pak zat maar dat je dit niet meer kon gebruiken omdat het net te kort was. Het koper werd rijkelijk verzameld.
Als een utiliteitsproject van polsdikke kabels werd voorzien bleef er natuurlijk ook weleens een metertje over. Alleen het gewicht hiervan spekte de grote doos natuurlijk enorm.
Omdat koper veel geld opleverde werd dit eens in de zoveel tijd, als de grote doos vol was, verkocht aan een schroot en metalen handelaar, ik meen dat het Kapteijn was maar zeker weet ik het niet meer. Een paar monteurs werden hiervoor vrijgemaakt. De doos, die natuurlijk niet te tillen was, werd met verenigde krachten samen met andere dozen en emmers, waar ook koperresten in zaten, in het busje gehesen en naar een braakliggend terrein gebracht. Er moest nog iets gebeuren, namelijk de vinyl isolatie moest er eerst af. Schoon koper leverde per kilo meer op dan vuil (geïsoleerd) koper. Dus de fik moest erin. Nadat de monteurs met veel moeite het koper in het busje hadden gehesen moest het er weer uit. Eenmaal buiten werden er een paar emmers stookolie overeen gegooid en een lucifer deed de rest. Een luide woeshhh en grote inktzwarte rookwolken waren het gevolg. Vanaf mijn werkplek, een paar kilometer verderop, volgde ik het schouwspel. Ik zag de grote rookwolken richting flats drijven. De huizen waren nog nieuw en pas opgeleverd. Op diverse balkons hing frisse hagelwitte was te drogen. Even later kon je de balkons niet meer zien. Dat we nooit de politie en brandweer op ons dak hebben gekregen is een wonder. De opbrengsten van het ‘schone’ koper werden verdeeld onder de monteurs, een gedeelte ging in de koffiepot en van een gedeelte werden drank en snacks gekocht. Op een vrijdagmiddag hielden we dan bijtijds op en ging onze keet open voor een aantal onderaannemers en leek onze keet al heel snel op een bar. Er werd gerookt, gepraat, gegeten en gezopen. Na afloop liepen diverse mensen zigzaggend naar hun vervoermiddel voor zover ze dit nog konden vinden. Een spreuk die door ons vaak werd gehanteerd was: ’Het is aangenaam verpozen bij Suyver & Roosen’.
Enkele nog bij mij bekende namen van het kantoor op de Kabelweg:
Kok (PZ)
Huurdeman (directie)
mw. Wegman (PZ)
Veldhuis (manager)
Roos Lindgreen (installatie inspecteur)
Persoon (installatie inspecteur)
van Rijn (magazijn)
Muiderman (logistiek)
Enkele oud collega’s op de diverse projecten in Amsterdam
Jan Cornelissen (chef monteur woningbouw)
Willem Langgras (chef monteur woningbouw)
Jacobs (chef monteur utiliteitsbouw)
elektromonteurs:
Willem Lentz
Willem Bank
Cor Tuijnman
Cor Schouten
Joop Schouten
Toon Schouten †
Chas Lam-Lion †
Dries van Opmeer
Henk Pikkering
Douwe Duizendstra
Paul Rood
Cor Hoogveld
Theo Holla †
Koert Weber
Piet Weber
John Hogeweg
Cees Suyck
Menno Roelofs