Ziekenfondsbodes vormden in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw de spil van het ziekenfondswezen. Zij waren verantwoordelijk voor de werving van nieuwe leden,
Het wekelijks of maandelijks innen van de premie en het uitbetalen van de artsen. Ziekenfondsbodes hadden hun eigen wijk, waar zij - al dan niet per fiets (en later de beroemde Berini-brommer) - bij de ziekenfondsleden thuis de premie kwamen ophalen. Zij vormden voor verzekerden het gezicht van het ziekenfonds.
De beloning van ziekenfondsbodes verschilde per ziekenfonds.
Zo werkten sommige bodes op provisiebasis, terwijl anderen in loondienst van het ziekenfonds waren.
Met de komst van de giro en de automatische incasso in de tweede helft van de twintigste eeuw verdween voor veel ziekenfondsen langzaam het belang van een grote 'buitendienst'. Het beroep van ziekenfondsbode verdween.