De winter van 1985
‘Dat was in 1985 wel anders’, weet Louk zich te herinneren. Het vroor steeds harder en in Friesland werden de rayonhoofden onrustig. We hadden sinds 1983 een surfshop (Move ’83) aan de Johan Huizingalaan op het Abraham Staalmanplein, je weet wel in die glazen bouwsels tegenover het Slotervaartziekenhuis, en ik kon zodoende een ijssurfer op de kop tikken’.
Surfen op een scate-sailer
Ik vraag hem wat ik me daarbij moet voorstellen, want ijszeilen ken ik wel, maar ijssurfen…?. ‘Nou gewoon’, zegt Louk, ’een zogeheten scate-sailer, een soort lange houten noor met 5 ijzers daaronder gemonteerd.
Enfin, het ijs op de Sloterplas werd dikker en dikker en ook mijn kinderen wilden wel eens zien hoe pa dat ging fiksen. Er stond een flinke wind, dus ik had het kleine surfzeil gemonteerd en voor de zekerheid een helm opgedaan, want vallen met surfen in het water is toch wat anders dan met je kop op het ijs.
Veel beschermers had ik niet op een enkele kniebeschermer na, dus als ik te hard dreigde te gaan liet ik me gewoon zijdelings op m’n kont zakken en een beetje doorglijdend kwam ik dan tot stilstand.’
Else herinnert zich nog dat het van dat prachtige zwarte ijs was, waarbij als het scheurde zo’n geweldig geluid weerkaatste onder je door tot aan het eind van de plas.’ Al lachend proberen we met ‘bwoiiink’ en ‘tsjoiing’ het geluid na te bootsen.
‘Tja’, mijmert Louk, ‘het is de vraag of we ooit nog eens schaatsbaar ijs krijgen op de Sloterplas.’
‘Jaaah’, vult Else aan, ‘én of we dan nog wel het ijs op durven op onze leeftijd.’ ‘Ach’, stel ik ze met een grijns gerust, ‘met helm en allerlei beschermers en je vastklemmend aan alle kleinkinderen, moet het lukken.’