“In de winter heeft hij alsnog een kachel achterop zijn motorfiets gezet en is die bij me af komen leveren. De enige winkel in de buurt was ‘De Dagmarkt’ die zich tussen de Fagelstraat en de Jacob Catskade bevond. Er was nooit sprake van een gezellig buurtpraatje met de caissières, want ze waren niet aardig. Het brood, dat daar verkocht werd, leek op brood maar smaakte naar karton. In dezelfde straat was ook een glasbedrijf gevestigd. Daar heeft Jan Wolkers nog zijn Auschwitz monument laten vervaardigen dat nu in het Wertheimpark staat. Als je het werk bekijkt, dan zie je daarin de hemel die gebroken is.”
“Ik herinner me dat er junkies rondliepen en hoorde regelmatig ‘fiets kopen?’. Die junkies liepen ook vaak met een 1/2 liter pak vanille vla, want dat was waarschijnlijk het enige dat ze nog naar binnen konden krijgen, want veelal waren ze hun tanden kwijt. Daarna ben ik naar een nieuwbouwwoning in de 2e Keucheniusstraat verhuisd. Deze woningen waren ontzettend ruim maar er was met goedkoop materiaal gewerkt waardoor het er erg tochtte, daar kwam de hoge huur nog bij, dus ik had al snel besloten om daar niet lang te blijven wonen. Sinds 1998 woon ik op de Haarlemmerweg. Een heerlijke begane grond woning met een binnenplaats. Ik heb ook leuke buren. Ik ga binnenkort zelfs een Tv-programma met ze maken op de lokale zender Salto.”
“Als we over de tijdsgeest van de jaren tachtig spreken dan was het toen het einde van de Punk-tijd maar ook het hoogtepunt van de krakerstijd. Het verzet tegen de woningnood en de vele leegstand kwam vanuit de Staatsliedenbuurt. In de jaren 80 was het überhaupt een tijd van verzet tegen de dingen, inclusief de echte Amsterdamse mentaliteit van "willen we naar de Dam, dan gaan we naar de Dam". Er was verzet tegen autoriteit, denk maar aan de demonstraties die er waren tegen de kruisraketten. In de jaren 80 zat ik op de Sociale Academie en was ik een mengeling van New Waver en Punker. Mijn outfit bestond voornamelijk uit zwart. Zwarte puntschoenen, zwarte broeken, maar mijn overhemden hadden een kleurtje en waren absoluut zonder printje. Herinner je de muziek van toen? Iedereen had zijn eigen scene en mijn scene was ‘U2, Talking Heads, The Cure’ en uiteraard vond je me in Paradiso.”
“De jaren 90 zijn daarbij vergeleken gewoon een grote grijze vlek voor mij.
Hoewel ik het over de Staatsliedenbuurt heb, vind ik die buurt toch behoorlijk West en het valt onder Westerpark. Het ligt inderdaad dichter bij het Centrum maar het is een soort overgangsgebied, het heeft zowel iets van West als wel van het Centrum.
Er is tussen 1998 en 2007 behoorlijk veel verandert in het Westerpark. De plaats waar eens de oude gasfabriek stond, en in feite een gifbelt was, is schoongemaakt en ze hebben er een prachtig park van gemaakt. Daar zou heel West en Nieuw-West eens een kijkje moeten komen nemen! Er is daar recent nog een groot muziekfestival is gehouden. Wist je dat niet? Misschien dat het niet in de kranten van de andere Stadsdelen is gezet, maar dat hadden ze dan wel moeten doen. Je hebt o.a. Björk en Peter Gabriel gemist. Niet de minste artiesten! De Westergasfabriek is heel belangrijk want je hoeft de stad niet meer in om je vertier te zoeken. Kijk maar in Discotheek de Flexbar en in Pacificpark!
Als je me tegen wilt komen dan ben ik daar of in het Ketelhuis te vinden. In de Gashouder worden daarnaast grote dance-feesten gegeven.”
Lees ook het tweede deel van het verhaal van Jan Monquil over het milieu.
Gepubliceerd: 21 september 2007