Ik kwam in 1966 uit Italië in Nederland. Ik solliciteerde bij IBM aan de Johan Huizingalaan, en ik werd meteen aangenomen. Daar was toen een grote schrijfmachinefabriek voor de assemblage van de beroemde elektrische schrijfmachine met het bolletje! Er werkten toen wel drieduizend mensen bij IBM alleen al in Amsterdam.
Ik zat aan de lopende band met een blauwe werkjas, met een groep van veertien. Het schrijfmachineframe kwam aan, ik moest mijn onderdelen er in schroeven en solderen, en dan ging hij naar de volgende. Eerst het mechanische deel, dan het elektrische, dan kwam de controle en dan het inpakken. We maakten daar schrijfmachines voor alle landen van de wereld, allemaal verschillend afgewerkt.
Daarna kwam ik in de telexkamer te werken. Daar had je in codes contact met de hele wereld. Dat was in het directiekantoor, veel chiquer. Nu liep ik in pak met stropdas. De mensen hadden daar keurige koffertjes bij zich, ook al zat er niks bijzonders in, gewoon shag en boterhammen.
Na een tijd verscheen er een monitor met groene letters, met een toetsenbord en een kastje, en dat was de geboorte van de pc. Een enorme verandering! Iedereen kon nu berichten versturen! De telex werd overbodig. Ik werd overgeplaatst naar de afdeling waar voorlichting werd gegeven hoe de computer werkte. Tot mijn vervroegd pensioen.
Ik heb mijn beste jaren gegeven daar. De sfeer was gezellig met collega’s uit Indonesië, Suriname, België, Oostenrijk. Toen ik kwam kon ik meteen naar school om ’s avonds Nederlands en Engels te leren. Het eten in de kantine was goed. Er waren feesten en cadeaus. Er was ook een sociaal fonds waar je geld uit kreeg als je iets nodig had. We verdienden iets meer dan in andere bedrijven, maar wij hadden geen vakbeweging. Die was daar niet. Er was wel een Ondernemingsraad, maar je leerde dat je toch vooral ja moest zeggen en werk accepteren dat er was. Er waren flexibele werktijden, maar je moest wel de productie halen.
Nu ik gepensioneerd ben, ben ik vrijwilliger. Ik help mijn oudere landgenoten, als tolk, of om ze te begeleiden naar het consulaat of naar het ziekenhuis, en alle soorten problemen op te lossen, ze zijn eenzaam of hebben moeite met formulieren. Ik woon in Slotermeer maar ik kom overal in de stad.