De winkel in de Jacob van Lennepstraat 10 was met een paar treedjes gelijkvloers. De bakkerij was in de kelder en de halfhoge woonkamer, keuken en slaapkamertjes waren beletage. Overal trappetjes. Moeder in de winkel en het verzorgen van de kinderen. Gelukkig was ook hier een behulpzame buurvrouw mevrouw Vlaat.
Vader 's nachts in de bakkerij en in de middag wijk lopen. Er was een zware transportfiets met grote rieten mand met klapdeksel voorop. Ook was er een handgeduwde houten broodkar met twee wielen en groot opklapbaar deksel en bij de duwstang een kleine opbergbak. Aan het eind van de dag ging die kar naar een stalling op een binnenplaats aan de overkant van de Kinkerstraat. Het was erg leuk als je als kind mocht meerijden over de Nassaukade zittend op de kleine opbergbak. Op zondag mochten af en toe spelen in de bakkerij en een 'broodje' maken. Bijzonder spannend was het spelen met de deegmengtrog. Die kon draaien en dan kwam de zware mengarm naar beneden. Het was verboden er in te klimmen, veel te gevaarlijk.
Achter het huis was een binnenplaats (patio). Ik herinner mij een heel hete zomer waarin we in een zinken teil met water mochten spelen. De bovenburen vermaakten ons door van boven water te gooien. Kort na de oorlog was er nog niet veel speelgoed en toch had mijn broer een metalen hoepelring met metalen handvat met kleine ring.
Ik was groots als ik ook even mocht proberen te hoepelen. Mijn grote trots was (en is want ik heb het nog steeds) een houten paardje met wagentje van Nooitgedagt. Verder kwamen we niet dan een kartonnen halfronde circuspiste en kartonnen beestjes.
Omdat er geen douche was mochten mijn broer en ik een maal per week onder de douche bij vrienden op de Admiralengracht. Wij liepen dan het populaire lied Mijn grootvaders klok was een deftige klok, luid te galmen in de verlaten Kinkerstraat.
Mijn broer ging naar de Bernardusschool bij het Van Nispenhuis op de Stadhouderskade. Mijn zus en ik liepen naar de kleuterschool Kanaalstraat 100.
Het vijde kind, meisje, was ondertussen geboren en na enige tijd werd de zorg en het hele gebeuren voor vader en moeder toch te zwaar. Ook speelde mee dat er in de straat de broodfabriek Hoeve (waarschijnlijk de eerste leverancier van Albert Heijn) was gekomen die ook goedkoop brood ging leveren aan de particulier. Tevens raakte moeder zwanger van het zesde kind (meisje) en er waren ernstige lichamelijke ongemakken. Al met al is toen uit noodzaak besloten op kort termijn te stoppen en te verhuizen. Dat werd najaar 1949 de 1e Helmersstraat 301 3e etage.
Volgende keer het eerste deel van periode 1949-1964.