Vanaf 1952/1953 woonden wij in de Weesperstraat. Mijn moeder las altijd voor uit ‘Het Grote Voorleesboek’ van W.G. v.d Hulst. Ik weet nóg het verhaal van de ‘Kippegrutjes’. De koning uit dat verhaal maakte er ‘Gruttekipjes’ van.
Ook ken ik nóg het verhaal van Roodkapje op rijm, uit een sprookjesboek op rijm (Dat boek zoek ik al jaren. Ik weet geen titel of auteur. Wie helpt mij?): ‘Roodkapje ging naar oma, met een mand vol lekkernij.
Daar kwam opeens de wolf aan … Waar ga jij naar toe? … vroeg hij.
Ik ga naar oma, zei Roodkapje … en ze dacht niet aan gevaar’, enz.
De koffiefabriek ‘Van Nelle’ kwam in de jaren 1950 met een boekje op rijm, met plaatjes en handgeschreven, over het kabouterpaartje Piggelmee, wonend aan zee in een omgekeerde Keulse pot.
Ik herinner mij de beginregels van het boekje ‘Piggelmee en het Tovervisje’:
'In het land der blonde duinen en niet heel ver van de zee,
‘ woonde eens een dwergenpaartje, dat heette Piggelmee’.
Van de andere koffiefabriek ‘Douwe Egberts’ verscheen een soort stripboek over de jongens ‘Bulletje en Bonestaak’, met getypte letters, die allerhande avonturen beleefden. In die tijd (1956) woonden wij al in de Johan Coltermanstraat. Ik kon die avonturen na verloop van tijd een beetje zelf lezen. We spaarden zegeltjes voor die boekjes, maar dat heeft niet lang geduurd. Beide merken koffie waren voor mijn ouders en oma’s te duur.
Onlangs kwam ik bij de Kringloop de boekjes over Piggelmee en Bulletje en Bonestaak tegen en ging de schuif met herinneringen open! Ook kwam ik een boekje tegen over de hondjes ‘Flip en Flap’. Twee avontuurlijke hondjes.
Flip en Flap en Donald Duck Door: Frans Serné
In de jaren ’60 van de vorige eeuw namen mijn ouders voor mij, mijn broer en zusje een abonnement op ‘Donald Duck, een Vrolijk Weekblad’. De verhalen over Donald, Katrien, Kwik, Kwek en Kwak, oom Dagobert, Willie Wortel en Lampje enzovoort, ‘vraten’ wij jaren lang. ‘Vraten’ is bijna letterlijk! We lazen alle drie die strips tijdens de lunch aan de keukentafel in de Coltermanstraat. Niet één exemplaar werd weggegooid. Alles ging in een grote houten krat die onder het bed stond van ons zusje. We herlazen alles jarenlang. De volle ‘Krat’ met opgespaarde ‘Duckies’ is weggegooid toen wij, kinderen, het huis verlieten.
Ik heb gelukkig nog jaargangen van de ‘Donald Duck’ uit de jaren 60 gered.