Als kleine kleuter van ongeveer 6 jaar werd ik naar beneden gestuurd met een zak en schroevendraaier en natuurlijk al in het donker om er blokjes uit te wrikken voor het noodkacheltje zodat er nog wat warmte was. Op de hoek van de Fanius Scholtenstraat en de Van der Hoopstraat liep een Duitse soldaat als toezicht en bewaking omdat er al vele blokjes verdween waren, en het was bekend dat er op kinderen niet geschoten werd. Inmiddels was het wel zo dat de latten op de zolders die voor de afscheiding zorgde al gesloopt waren en ook in de kachel waren opgestookt, evenals een aantal vloerdelen.
Direct na de bevrijding werd er een begin gemaakt ik dacht door de Canadezen met de reparatie van het tarmspoor van lijn 10. Ter hoogte van het pand Van der Hoopstraat 74 kwam een betonmolen voor het maken van het beton dat vervolgens tussen de rails werd gestort. Met het doel om de infrastructuur van het openbaar vervoer weer gangbaar te maken. De kinderen hadden natuurlijk veel belangstelling en door de militairen werd dan ook speelgoed vliegtuigmodellen weggeven. In het pand 74 dat er nu en toen ook uitzag als of er een winkel had gezeten, is mij niet bekend. In mijn herinnering kwam daar kort na de bevrijding de familie Hoed te wonen met dochter en, zo de babbel rondging toen, kwamen deze uit het gebombardeerde Arhem.
In de tramlijn van lijn 10 lag een wisselplaats ter hoogte van de panden 74 en 80. Een enkele maal zoals ik het heb meegemaakt moest hier voor het eindpunt van Hallstraat de tram van het rechterspoor naar het linkerspoor gerangeerd worden of een defecte motor of bijwagen uit de roulatie genomen worden. Voor kinderen een hele sensatie en daar was dan ook de nodige belangstelling voor, vooral het zogenaamde beugelzwaaien.
Gepubliceerd: 2 september 2008
Lees alle verhalen in de rubriek over de Van der Hoopstraat.