Wester suikerfabriek 1958

Auteur: Jan Rutgers

De Wester suikerfabriek was mijn eerste vakantiewerkgever. Eindeloos basterd (bruin en wit) in plastic zakjes scheppen en dan proberen er zoveel (donkerbruin die was altijd wat nattig) als maar mogelijk was in te stampen zonder het zakje te laten scheuren. Het kwam je steevast op een scheldpartij te staan van de weger die voor het juiste gewicht per zakje moest zorgen.
Er was altijd wel wat aan de hand en de werkers haalden onderling de meest bizarre streken uit. De voorlieden hadden er de handen aan vol.

Één voorval is me altijd helder voor de geest blijven staan.
Op de afdeling waar de (kartonnen)bekers met suikerstroop werden gevuld, viel wel eens een beker om op de machine en om het schoonmaken te vergemakkelijken lag er onder de hele lengte van de loopband een aantal jute zakken. Die werden dan op gezette tijden weggehaald en uitgespoeld om dan weer dienst te doen.
De man die daarvoor zorgde was niet geheel fris in het hoofd en op een keer liep hij op de loopbrug met een aantal zakken (waar de stroop vanaf droop) en werd daar op aangesproken door een voorman. Waarom precies weet ik niet meer, maar plotseling smeet hij de zakken over de leuning op het hoofd van de voorman, die binnen de kortste keren de stroop langs zijn hoofd en kleren had afdruipen.
De dader riep nog overmoedig, dat hij nou net op een bokkepootje leek, maar dat werd hem niet in dank afgenomen. De afdelingschef kwam er bij en deelde mee dat de dader op moest passen, want hij stond al op de zwarte lijst. "Krijg ik dan meer loon?", was zijn gortdroge antwoord.
Wij lagen op de grond van het lachen, maar de voorman was nog dagen niet te genieten.
Ik kan me niet voorstellen, dat er door de suikerfabriek ooit een cent aan ons werd verdiend, we trapten meer lol dan dat er gewerkt werd. Het was vast daarom, dat ik het volgend jaar niet terug hoefde te komen.

Alle rechten voorbehouden