Wringer

Auteur: Channah van Straaten

Mijn vroegste échte herinnering aan de maandagse was dateert vanaf dat ik een jaar of vier was. Er werd toen namelijk door mijn oom Frans een wringer op de wastobbe gemonteerd. Op die wringer zat een door mijn oom gemaakt naambordje met 'Leunia' erop. Leunia was een buurvrouw van Oom Frans en tante Rie uit Spaarndam. Of de wringer een gift van Leunia was weet ik niet.
Van mijn moeder mochten wij kleine dingetjes door de wringer halen, voor grote hadden we de kracht natuurlijk nog niet. We zullen ongetwijfeld in de weg gelopen hebben, maar mijn moeder vond dat blijkbaar niet erg, terwijl die was natuulijk gigantisch was met (toen nog) vijf kinderen. Inderdaad had die was eerst staan koken op het gasstel. Toen ik je stukje las, Jan, herinnerde ik mij meteen die geur van zeep weer.
Het houten rekje om de kachel herinner ik mij ook nog goed. Maar ook de lattenzolder, waar waslijnen hingen waar de grote stukken opgehangen werden. Soms werd ik wel eens naar zolder gestuurd om te kijken of de was wel droog was, doodeng vond ik dat, want het was er donker in de winter. Brrrrrr.
Ik schat ongeveer anderhalf jaar voordat we in 1957 naar Geuzenveld verhuisden kwam er een - al ongetwijfeld tweedehands zijn geweest -wasmachine, zo'n langzaamwasser, waarbij toch de witte was nog gekookt werd voor hij in het apparaat ging. Dat was ook nog een heel gedoe: eerst die kookwas, en vervolgens op soort en kleur de andere kleding, die kouder gewassen moest worden. Er was ook een ccentrifuge, waar mijn moedwer met haar vole gewicht op leunde voordat hij op toerental was, want anders danste hij de hele keuken door.
In Geuzen veld was die wasmachinern en centrifuge niet meer nodig: daar hadden we het lavet, dat zowel als kinderbadje als wasmachine (met een losse schoep erin) gebruikt moest worden, en ook de centrifuge huurden mijnouders van de woningbouwvereniging. Wat een luxe!

Alle rechten voorbehouden