Vespuccimarkt

Auteur: R. Schelling

De Vespuccimarkt.

In de begin jaren van 1960 woonde ik bij de markt in de Vespuccistraat.
Ik kende bijna alle marktkooplieden bij naam zoals : Maupie (fruit), de Huizers (kaasboeren) en Simon (fruit).
Deze Simon liet zijn fruit vanaf de markthallen naar zijn kraam (stal) vervoeren door een man met paard en wagen.
Tegenover Simon stond de kraam van (manke) Willem en Mien Meijer.
Naast Willem stond de kraam van ome Jan (fruit), mijn eerste baas waar ik werkte van mijn 9e tot 16 jaar.
Buiten de schooltijden was ik altijd bij de kraam aan het werk om het op te bouwen of op te ruimen en te verkopen.
De lunchtijd werd door ome Jan benut om koffie te drinken en te klaverjassen bij koffiehuis Nol om de hoek. Ik moest hem vaak ophalen want het was voor mij weer schooltijd.
De wintertijd was altijd berekoud, want dan had ik alleen een zelfgebreide trui er bij aan.

Voor manke Willem en Mien heb ik regelmatig de 2 bakfietsen (gigantisch hoogbeladen) weggebracht naar de loods, aan het einde van de Marco Polostraat. Er werd nooit voor betaald, het was een erebaan.....
Mien had last van 2 versleten knieën, omdat ze zoveel werk moest doen.
Elke zondag was een van de twee bezig in de buurt met een bakfiets, om uien en zure bommen te verkopen.
Willem werd op de markthallen vaak in de maling genomen door de fruit en groentehandelaren.
Als Willem maar 1 kist nodig had, haalde men hem over om er 3 of meer te kopen, dat was veel voordeliger. Maar zoveel werd er door de Meijers niet verkocht, zodat er resten werden weggegooid.

Op de kruising Jan Evertsenstraat en Vespuccistraat was een betonmixerwagen omgevallen (aanrijding?) en het snelbeton liep in de tramrails. Dat was wel spannend.

Als de markt was afgelopen, lag de hele straat met afval.
Soms raapten we alle houten kratten en ander brandbaar spul bij elkaar, om een mooi groot vuur te maken op het pleintje. Dat moest gebeuren voordat de straatveger begon met vegen. Het was vaak dezelfde man die de ondankbare taak had om de hele straat met het pleintje weer schoon te vegen. Soms mocht hij een waterstraal gebruiken, wat een beetje sneller ging.

Op de markt was ook elke dag Dirk te vinden, die bij diverse marktlieden klusjes deed. Iedereen kende dit figuur, hij was geestelijk wat minder begaafd maar altijd zeer vriendelijk.

In koffiehuis Nol hoorde ook een bruin/zwarte hond (poedel?) bij het inventaris, en die werd met 19 jaar stokoud.

Alle rechten voorbehouden