Ook ik mocht eens getuige zijn van een ongeluk met lijn 10. Tussen het van Lumburg Stirumplein en de halte Wittenkade(brug) werd een auto oom half acht door de tram gegrepen en in de etalage van de fornituren en gordijnen winkel gedrukt. Ik meen dat de zaak Nooij heette en deze zou die dag om negen uur beginnen met de uitverkoop. De bestuurder van de auto stond er wat beteuterd bij te kijken. Als rechtgeaarde straatjongen vroeg ik:"Hej fader kon je niet wachten tot ie ope ging"? Waarom de man mij toen een klinkende draai om de oren gaf, heb ik jaren later pas begrepen, toen vond ik hem een droogkloot zonder humor.