Het einde van de wereld

Auteur: Jan van Zijp

Ja, wat een ramp was dat elk half jaar. Niet alleen een rot end weg op je ouwe fietsie vanaf de Crijnssenstraat, maar dan ook nog met de herinnering aan de o zo pijnlijke vorige keer. Nadat je je gemeld had, liep je naar jouw wachtruimte, hopende dat er weinig mensen zouden zitten. Maar dat viel altijd tegen en dan moest je ook nog eens hardop vragen 'Wie is de laatste?' Ik kon iedere keer wel door de grond zakken.
Dat wachten. Het leek wel of ze expres een half uur te laat begonnen en dan liep het steeds verder uit. Ik telde eindeloos de verschillende vakken op de vloer en in de plafonds. Of telde ik de TL-balken, dat kan ook. Samen met tientallen andere slachtoffers zat je daar somber te wezen. Door de open wachtkamers kon je meegenieten met je lotgenoten en zag je menigeen in elkaar krimpen wanneer er weer zo'n snerpende lage toeren boor aan zijn lange weg door het glazuur begon.
En inderdaad - het komt weer boven - het verschil van 'volgende patiënt' of 'volgende ingespoten patiënt'. Was je net aan de beurt, ging de zoemer en lichtte de andere categorie op. Moest je nog langer wachten. En als je ingespoten was, leek het extra lang te duren en kreeg je altijd het gevoel dat de verdoving uitwerkte.
Een kindertrauma! Elk jaar leek voor mij al weken van tevoren het einde van de wereld nabij!

Alle rechten voorbehouden