Herinneringen van een 'oudgediende' Diender (8)

Verteller: Barteld Plenter
Jan Evertsenstraat 1958 Foto: Beldbank van het stadsarchief van de gemeente Amsterdam, fotograaf R. Knopper

Jan Evertsenstraat 1958 Foto: Beldbank van het stadsarchief van de gemeente Amsterdam, fotograaf R. Knopper

Alle rechten voorbehouden
Misdrijf aan de Jan Evertsenstraat

In de zomer van 1961, in de late avonduren, bemande ik samen met Jaap van Raalte de 11-2 (pitwagen). Vanuit het Hoofdbureau (HB)werden we naar de Jan Evertsenstraat gestuurd. Daar zou bij een vechtpartij iemand te water zijn geraakt en verdronken. Deze vechtpartij zou hebben plaats gevonden ter hoogte van een vrachtauto van Van Swieten die op de Jan Evertsenstraat stond geparkeerd. De beller was anoniem gebleven, aldus het HB.

Niets te vinden

Ter plaatse verliet ik de surveillanceauto. Bijgelicht met de staaflantaarn die in de auto aanwezig was en door de schijnwerper die op de auto was gemonteerd zochten we de slootkant af. Er werd echter helemaal niets gevonden. Mopperend wie er nu plezier in had om de politie in de maling te nemen vervolgden we onze surveillance. Het was mij echter tijdens onze zoektocht opgevallen dat er een man over de rijbaan van de Jan Evertsenstraat vanuit de stad in de richting van de Jan Tooropstraat was gelopen. Deze man had totaal geen aandacht aan ons geschonken, een echte Amsterdammer onwaardig.

Toch gevonden

Maar na korte tijd moesten we van het HB terug naar de “Jan Eef “. De anonieme persoon had weer gebeld met de mededeling dat we aan de verkeerde kant van de weg hadden gezocht. Geen van beiden waren we er van op de hoogte dat aan de andere kant, in het “woeste” zandterrein nog een sloot was. Dit terrein was echter moeilijk met de auto te berijden. Ik ging daarom gewapend met de staaflantaarn op onderzoek uit. Jaap zocht ondertussen een plaats waar hij met de auto langs kon naar de sloot. Ik trof in het losse zand sporen van een vechtpartij en een paar sleepsporen aan in de richting van de sloot. Hier bleek inderdaad het lichaam van een man onder water te liggen. Natuurlijk werden gelijk alle raderen in werking gesteld. Chef recherche, Officier van Justitie, rechercheurs van het Bureau Lodewijk van Deijsselstraat, GG&GD enz.

Opvallend on-Amsterdams gedrag

Terwijl we hierop stonden te wachten viel me op dat dezelfde man die ik over de Jan Evertsenstraat had zien lopen, weer in de richting van de Jan Tooropstraat liep. Terwijl hij WEER geen interesse in onze activiteiten had. Na een kort overleg tussen de inmiddels ook gearriveerde bemanning van de 11-1 en ons, werd deze man aangehouden en naar het bureau overgebracht juist vanwege het “onnatuurlijke” Amsterdamse gedrag.
Daar werd de man de volgende dagen verhoord maar bleef ontkennen iets met zaak van doen te hebben.

Gebrek aan bewijs?

De vierde dag kwam de rechercheur die de man had verhoord, de wachtkamer in en vertelde dat de man zou worden heengezonden wegens gebrek aan bewijs. Hij zou de man zelf weg brengen naar zijn bromfiets. Deze zou op de Orteliuskade staan. Bij de bromfiets aangekomen deed de man meteen een greep in de fietstas en pakte er een horloge uit met de opmerking: “Gelukkig mijn horloge zit er nog in”. Door de eega van het slachtoffer was echter tijdens het onderzoek het merk en serienummer van het horloge van haar man opgegeven. Dit kwam prachtig overeen met het horloge uit de fietstas. Uiteraard werd de man teruggebracht naar het bureau waar hij natuurlijk snel bekende.
Hij werd veroordeeld tot 10 (!) jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.

Verschil moet er zijn

Enige tijd later vernam ik dat de Chef Recherche van het bureau Lodewijk van Deijselstraat, wiens naam hier niet genoemd zal worden, aan de rechercheurs die aan de zaak hadden gewerkt enige versnaperingen had aangeboden in café Larsen op de Slotermeerlaan voor het prima oplossen van deze zaak. Dit in aanwezigheid van een paar bevriende journalisten (!!)
Jaap van Raalte noch ik hebben ooit van deze chef zelfs maar een bedankje gezien terwijl we toch een zeer belangrijk, zo niet cruciaal onderdeel waren geweest bij het oplossen van de “zaak”. Goed… we werden ervoor betaald zullen we maar zeggen… maar toch.

Weerzien

Jaren later zat ik achter mijn bureau (ik zat inmiddels bij de recherchedienst) toen er een verdachte bij mij gebracht werd voor het illegaal bezitten van een vuurwapen. Ik vroeg de antecedenten van de man op maar die bleek hij niet te hebben. (Na een aantal jaren worden deze verwijderd uit het bestand als ze in die tussentijd niet meer met de politie in aanraking zijn geweest)
Ik herkende echter direct de man van het zandterrein van de Jan Evertsenstraat. Toen ik de man hiermee confronteerde gaf hij het meteen toe, ook omdat hij mij herkende van “toen”. Ik had verder geen problemen met zijn verklaring met betrekking tot het vuurwapen. Waarvan acte.

Gepubliceerd: 13 juli 2008

Lees ook de andere verhalen van deze diender

Alle rechten voorbehouden

575 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Het'slootje' nu Foto: Barteld Plenter, augustus 2007

Het'slootje' nu Foto: Barteld Plenter, augustus 2007

Alle rechten voorbehouden
Bram Brakel

gepensioneerd politie-verslaggever

Ik ben die verslaggever, die mijn gabbertje Bart kwaad maakte omdat hij op kosten van de hoofdinspecteur aan de
pils ging. Overigens klopt het verhaal als de spreekwoordelijke zwerende vinger. Ook een politiechef moet wat aan p.r. doen. Vraag maar aan Klaas Wiltink.