Hein de Haan is architect en geeft les aan de TU in Delft. Hij is zeer betrokken bij de stedelijke vernieuwing in Amsterdam Nieuw-West en beziet de ontwikkelingen zeer kritisch. Zijn betrokkenheid begon zo'n tien jaar geleden toen het Andreas Ziekenhuis zou leegkomen door de fusie met het Lucas Ziekenhuis. Een bewonersgroep onder de naam 'Art Andreas', waar hij deel van uitmaakte, werkte plannen uit om het complex een nieuwe toekomst met diverse functies te geven. Dit om de sloop van het architectonisch en stedebouwkundig waardevolle complex te voorkomen. Helaas is dit toen niet gelukt.
Het ziekenhuiscomplex is gesloopt en er worden nu grote woonblokken gebouwd, en verder geen andere voorzieningen. Dit terwijl de ideeën van Art Andreas uitgingen van een gemengde bestemming: wonen, bedrijven, cultuur, maatschappelijke voorzieningen etc. Het probleem van de Westelijke Tuinsteden is niet de bebouwing en de stedebouwkundige opzet, maar de programmering. Er zou veel meer menging moeten zijn, zoals ook door Art Andreas indertijd werd voorgesteld, zonder dat grootschalige sloop nodig is. Kortom zuiniger omgaan met de bebouwde omgeving, maar ook zeker zuiniger omgaan met de bewoners hiervan, die nu vaak nauwelijks echte invloed hebben op de nieuwe ontwikkelingen.
Omdat een losse groep bewoners weinig kon bereiken was het idee om een vereniging op te richten, dit gebeurde in 2004 onder de naam Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden (ProWest). Sinds enige tijd is Hein nu voorzitter hiervan.
In de afgelopen jaren heeft Hein diverse bewonersgroepen bijgestaan om alternatieve plannen te ontwikkelen als tegenhanger van de gemeentelijke en/of stadsdeel plannen. Zo was hij betrokken bij projecten aan de Johan Jongkindstraat, Burgemeester Röellstraat, het Delflandplein, het Abraham Staalmanplein, en het August Allebéplein. Maar de overheid en ook de woningcorporaties hebben niet of nauwelijks oren naar ideeën die zij niet zelf bedacht hebben. Ook de inspraak / invloed van bewoners en anderen wordt in feite niet op prijs gesteld en zo veel mogelijk tegengewerkt, dit door de mensen zoveel mogelijk op het verkeerde been te zetten met loze beloften. Grootschalige sloopplannen zijn eigenlijk nog nergens afgeblazen, hooguit uitgesteld als gevolg van de financiële crisis in de bouwwereld (hopelijk zal deze nog lang en veel dieper ingrijpen).
De fietstocht leidde eerst naar het Zuidwestkwadrant in Osdorp. Dit was aan het begin van het afgelopen decennium een van de eerste projecten waar de grootschalige stedelijke vernieuwing van start ging. Toen zijn er nabij de Wolbrantskerkweg, aan de Ekingenstraat, Hertingenstraat en Lederambachtstraat, enkele portieketageflats grondig gerenoveerd en 'opgetopt'. De trappenhuizen werden aangevuld met liften. De blinde gevels van de bergingen op de begane grond werden vervangen door woningen. Ook werden smalle doorgangen onder de flats veel breder en hoger gemaakt. Op zich is dit een redelijk geslaagde vernieuwing, maar bij deze renovatie is de mythe ontstaan dat renovatie 'duurder' zou zijn dan sloop / nieuwbouw. Maar er is hier dan ook een uitzonderlijk dure vorm van renovatie toegepast.
Een groot deel van de openbare groene ruimte werd opgeofferd voor een brede asfaltstrook. Volgens de oorspronkelijke plannen zou dit een groene verbinding moeten vormen tussen de groenstrook voor evenementen langs de Hoekenesgracht (het 'Stadsdeelpark') en de gerenoveerde woonbuurt. Omdat het onderhoud 'te duur' (!) zou zijn is het groen vervangen door een asfaltstrook. De kinderen mogen nu spelen op kleine speelplaatjes tussen het asfalt. Gezellig! De overblijvende tuinperkjes langs de flats zijn opgevuld met bodembedekkers, dus niet als gebruiksgroen te benutten (alleen 'kijkgroen'). Omdat er grote angst bestaat voor inbrekers zijn er metershoge 'Osdorpse hekken' rondom geplaatst.
Vervolgens ging de fietsgroep naar de onlangs gebouwde woningen tussen de Jan Oudegeeststraat en Pieter Calandlaan kijken. Hier zijn vele blokken met portieketageflats volledig weggesloopt en het terrein heeft een aantal jaren braak gelegen. Nu zijn er nieuwe woongebouwen verrezen. De open bebouwing die zo kenmerkend was voor de Westelijke Tuinsteden is geheel vervangen door gesloten bouwblokken, met nauwelijks groen er tussen. Ook zijn de blokken hoger en massiever geworden, zodat er een soort stegen tussen liggen: in plaats van tuinstad een blokkenstad. Veel woningen in deze buurt hebben lang leeggestaan omdat zij niet populair zijn op de woningmarkt. Dit zou wel eens een toekomstig ghetto in Osdorp kunnen worden. Vergelijkbare bebouwing is de vinden op IJburg, blijkbaar is dit de mode van nu.
De volgende bestemming was de 'SUHA-buurt'. Dit is een afkorting voor de buurt langs de Van Suchtelen van de Haarestraat, genoemd naar de laatste burgemeester van de gemeente Sloten, die tegen de wil van de bevolking (ook toen al!) per 1 januari 1921 werd geannexeerd door Amsterdam om in de volgende decennia (bijna) geheel door woningbouw te worden opgeslokt. De portieketagewoningen uit circa 1960 worden na een halve eeuw 'niet meer van deze tijd' genoemd, maar eigenlijk mankeert er niets aan. Ergo: er zitten een groot aantal vijf- en zeskamerflats in, met een relatief lage huur, die als nieuwbouw tegenwoordig niet meer zijn te betalen. Renovatie zou in deze wijk een goede oplossing zijn geweest.
Maar het lot beschikte anders. De megalomane plannenmakers willen hier een 'stedelijke centrumwijk' maken, en daarvoor moet alles wijken. Op de plaats van een deel van de flats en het nog bestaande Hoekenespad is een soort gracht gepland. Leuk als je huis wordt gesloopt voor een smalle, lange vijver. Van de twaalf flatgebouwen in de 'SUHA-buurt' is inmiddels de helft gesloopt en daar ligt nu een kale vlakte. Ook alle groen is compleet verdwenen. Tussen deze flats en de zes nog overgebleven flats was decennialang een fraaie groene ruimte. Deze verdwijnt ook volledig met de kaalslag. De bewoners van de nog staande flats worden nu 'geherhuisvest' en daarna kan ook hier de sloopkogel er in...
Na deze situatie aanschouwd en bediscussieerd te hebben ging de excursiegroep verder naar Slotervaart. Langs de nog altijd fraaie oever van de Sloterplas en het Sloterpark kwamen we langs het monumentale complex 'Sloterhof' langs de Comeniusstraat. De volgende stop was bij Station Lelylaan. Hier werd ook een blik geworpen op de huidige situatie en de plannen voor de toekomst, die voor de wijk ten oosten van het station niet veel goeds beloven. De flats langs de Johan Jongkindstraat, die sterkte gelijkenis vertonen met die langs de Comeniusstraat en ook volgens het Airey-systeem zijn gebouwd, zijn nog maar enkele jaren geleden geheel gerenoveerd, maar staan sindsdien op de nominatie voor sloop, omdat ook hier compacte, hoge, stedelijke bebouwing zou moeten komen.
De rare situatie doet zich dus voor dat het complex ten westen van de spoorbaan inmiddels op de monumentenlijst staat, terwijl de gelijksoortige woningen aan de andere kant van spoor vogelvrij zijn. Ook de bebouwing ten zuiden van de Cornelis Lelylaan zou volgens het Stadsdeel gesloopt moeten worden. Hier staat nu het fraaie schoolgebouw van het Calvijn College van architect Ingwersen. Vooral de zuidzijde en de aula van dit gebouw zijn waardevol en het zou makkelijk in te passen zijn in de plannen voor dit gebied. Ook zou dit gebouw prima een culturele functie kunnen krijgen. Maar vooralsnog moet alles weg. Hein de Haan liet de aanwezigen een plattegrond zien van hoe het ook zou kunnen zonder grootschalige sloop en met een slimme toepassing van enkele aanvullende gebouwen. De noord-zuid-verbinding tussen de Johan Jongkindstraat en Schipluidenlaan zou ook vlak langs het station kunnen lopen in plaats van als doorbraak dwars door de bestaande bebouwing.
De volgende bestemming was het roemruchte August Allebéplein, volgens de media het centrum van alle narigheid in Amsterdam Nieuw-West, maar als je er naar toe fietst blijkt het eigenlijk gewoon een niet onsympathiek winkelpleintje te zijn. Maar ook dit mag van de bouwmaatschappijen en het stadsdeel niet zo blijven. Megalomane bouwplannen zijn hierop losgelaten. Alternatieve plannen van bewoners hadden geen enkele kans. Sterker, bewonersinvloed werd als een risicofactor gezien, dus moest zoveel mogelijk gefrustreerd worden.
De Jan Tooropstraat verder volgend, kwamen we bij de 'Knijtijzerpanden', tussen de Jan Voermanstraat en de Jan Evertsenstraat. Dit zijn architectonisch en stedebouwkundig zeer geslaagde flats van verschillende bouwhoogten, ontworpen in 1958 door architect Knijtijzer. Alle acties tot behoud en gerechtvaardigde plaatsing op de monumentenlijst kregen tot nu tot steeds het antwoord 'njet' van stadsdeel Slotervaart. Alleen een failliet van de bouwmaatschappij / corporatie zou deze flats nog voor de sloop kunnen redden.
Wat te gebeuren zou staan is aan de overkant van de Jan Voermanstraat nu al te zien, daar worden na jarenlange discussies en protesten nu de nog in goede bouwkundige staat verkerende portieketageflats gesloopt. De sociale problemen van de inmiddels verdreven bevolking wordt niet opgelost, doch alleen een eindje verplaatst. Deze mensen hebben naast hun bestaande problemen ook het probleem er bij gekregen dat hun huis werd gesloopt. Maar voor de politici en de vastgoedsector is dit de enige wijze om de arme sloebers weg te krijgen om ze te vervangen door een meer kapitaalkrachtig publiek. Het karakter van de Westelijke Tuinsteden, dat internationaal door architecten en stedebouwkundigen wordt geroemd, gaat hiermee steeds verder teloor.
Vervolgens ging de groep nog als laatste bestemming naar de Burgemeester Röellstraat, waar plannen om de nu brede straat met groen te vervangen door een smallere 'stadsstraat' voorlopig in de ijskast zijn verdwenen. Ook de geliefde laagbouwwoningen kunnen vooralsnog blijven. Wel blijft er een vreemde kronkel in de straat en trambaan ten westen van de Burgemeester van Leeuwenlaan herinneren in de halfslachtige plannen van het stadsdeel om de goed opgezette wegenstructuur te verstoren. In Geuzenveld zijn de brede wegen inmiddels geheel verdwenen, in Slotermeer zijn ze er nog. Ook heeft Slotermeer in tegenstelling tot de andere Westelijke Tuinsteden tot nu toe grotendeels zijn oorspronkelijke karakter behouden, maar dat neemt niet weg dat ook hier inmiddels is besloten tot grootschalige sloop inclusief een groot aantal woningen in het tot beschermd stadsgezicht bestempelde Van Eesteren Museumkwartier.
Na een zeer interessante en informatieve fietstocht konden de excursiegangers terugzien op een geslaagde middag.
Verslag: Erik Swierstra, 27 maart 2010.
Zie ook: www.prowest.nl