Fietsen door het Landschap van Nieuw-West

1 Fan
Nieuw-West

Op zaterdag 10 april 2010 maakten circa twintig fietsers onder leiding van Pieter Boekschooten vanuit de Garage Notweg in Osdorp een excursie langs park- en groengebieden in Nieuw-West. Deze fietstocht was een onderdeel van de tentoonstelling 'Waar het water geen naam heeft' aan de Notweg.

Pieter Boekschooten is landschapsarchitect en watercoördinator van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer sinds 1990. Hij is intensief betrokken bij de plannen en ontwikkelingen met betrekking tot het groen die hier in de afgelopen twintig jaar hebben plaatsgevonden. Hij heeft zeer veel kennis over het landschap en ook de geschiedenis daarvan. Ook aan mensen die al veel over dit onderwerp weten kan hij nog boeiende nieuwe informatie vertellen.

Allereerst voerde de fietstocht naar de Sloterplas en het park aan de oever daarvan. Hier konden de fietsers genieten van het altijd fraaie uitzicht over de plas. We hadden vandaag een prachtige dag getroffen, waarop dit gebied op zijn mooist is. Een blauwe lucht met witte wolken en in het park ontluikend licht groen.

De Sloterplas is het hart van de Westelijke Tuinsteden. Het park aan westkant is in de jaren zestig meer volgens de engelse landschapsstijl ingericht, terwijl het deel aan de oostoever, dat enkele jaren eerder (vanaf 1958) werd ingericht een meer blokvormige structuur heeft. Ook werd nog even stilgestaan bij het grote in Cortenstaal uitgevoerde 22 meter lange kunstwerk 'Groot Landschap' van Wessel Couzijn uit 1974, dat in 2008 werd gerestaureerd.

Het terrein van het oorspronkelijke Sloterparkbad is in 2007 opgedeeld. Het zuidelijke deel is nu onderdeel van het 'Rondje Sloterplas' en daarmee een waardevolle aanvulling op de openbare ruimte. Dit deel wordt gescheiden met lelijke hekken van het niet-openbare gedeelte dat verpacht is aan het bedrijf dat het overdekte zwembad exploiteert. Het buitenterrein, inclusief speeltuin, dat bij het zwembad behoort wordt nauwelijks gebruikt. Het zou wenselijk zijn om dit ook meer toegankelijk te maken. De beide eilandjes bij het Sloterparkbad die, tot circa tien jaar geleden, voor naaktrecreatie beschikbaar waren, liggen er nu ook ongebruikt bij. Jammer...

Vervolgens ging de tocht naar het parkgedeelte aan de andere kant van de President Allendelaan. Daar bevinden zich de kinderboerderij, de heemtuin en het NME-centrum (Natuur- en Milieu Educatiecentrum) 'De Drijfsijs' uit 2006. Van hieruit worden ook regelmatig excursies door de omgeving en boottochtjes met het 'Rabootje' gemaakt. In de noordwesthoek zal nog een natuurspeeltuin worden aangelegd. Dit parkgedeelte is aangelegd in het begin van de jaren zeventig. Het ontwerp was al eerder gemaakt, maar door de vertraging in de uitvoering had dit gebied zich in 25 jaar ontwikkeld tot een ruige wildernis. Omdat dit als waardevol natuurgebied werd ervaren is toen besloten om de oostelijke helft alsnog als park in te richten en het westelijke deel in natuurlijke staat te handhaven. Dit is nu het 'Ruige Riet'. Hier zijn geen bomen aangeplant, alles wat er nu groeit is spontaan ontkiemd. Er waren tot voor enkele jaren ook geen gebaande paden. Maar om het toch wat beter voor publiek toegankelijk te maken zijn er hier toen twee uit kunststof bestaande brugjes naar toe gemaakt en op het terrein zelf enkele hakselpaden aangelegd. In 2008 is langs de westelijke kant ook nog een geasfalteerd fietspad aangelegd als onderdeel van de noord-zuidverbinding tussen het Eendrachtspark en de Sloterplas. Toen is ook de scheve brug gebouwd die de verbinding vormt met het Eendrachtspark. De in het Masterplan Sloterplas gebied voorziene oost-west verbinding tussen de Osdorper Polders en de Sloterplas is er uiteindelijk niet gekomen. Jammer...

Het Sportpark Ookmeer, ten westen van het Ruige Riet, behoort ook tot de groene Westrandscheg, maar door toenemende bebouwing voor sportdoeleinden raakt dit gebied steeds meer versteend. Ook zijn er enkele gebouwen op een verkeerde plek gebouwd, precies in de groene verbindingslijnen. Een iets andere plaatsing zou daar beter geweest zijn.

Vervolgens kwamen de excursiegangers in het Eendrachtspark. Dit is een van de groene verbindingszones die in het kader van het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) uit 1935 zijn ontworpen om vanuit de woonwijken direct in het groen en via het groen naar de Sloterplas en/of het buitengebied te kunnen gaan. Op een aantal plaatsen zijn deze groene zones of niet aangelegd of een kwart slag gedraaid zodat ze niet helemaal aan het oorspronkelijke doel voldoen, maar het Eendrachtspark is aangelegd zoals het was bedacht.

Maar er zijn in de afgelopen jaren wel een aantal inbreuken gedaan op het karakter van groene verbindingszone. Aan de zuidkant is bij de Geleyn Bouwenszstraat een woonwagenkamp ingericht. Overigens zijn het nog nauwelijks woonwagens te noemen, want ook al zouden er nog wielen onder zitten, de objecten zijn te groot om te verrijden, dus eigenlijk zijn het een soort villa's in het park geworden. Iets noordelijker is een oorspronkelijke school van het H-type uit de jaren vijftig op lelijke wijze uitgebreid aan de kant van het park. Wel is hier nog een fraai rozenperk aan te treffen.

De Burgemeester Röellstraat, die tot een jaar of tien geleden op een dijklichaam met bruggen van Slotermeer naar Geuzenveld liep, is afgegraven en de viaducten zijn gesloopt. Nu ligt er een lage straat met trambaan. Er langs staat een grote zendmast die de omgeving domineert. De afgegraven vroegere afritten naar de dr. H. Colijnstraat zouden aanvankelijk bebouwd worden, maar zijn uiteindelijk deel van het park geworden.

Ten noorden hiervan ligt de Schooltuin en voorbij de Albardagracht hebben we het zicht op een groot bouwwerk, het 'Parkrandgebouw'. Er voor ligt een natuurspeelpark. Het grote bouwwerk is op de plaats gekomen van drie haakvormige portieketageflats die als eerste in Geuzenveld werden gesloopt. Volgens de oorspronkelijke plannen zou het parkeren van de auto's onder het gebouw plaats vinden, maar (wegens geldgebrek?) is er uiteindelijk een groot parkeerterrein naast gelegd, zodat het gebouw nu ook wel 'Parkeerrandgebouw' wordt genoemd. Het gebouw heeft in het midden een aantal grote uitgespaarde ruimten die volgens de architect als 'kamers' worden aangeduid. Inderdaad staan er zeer overgedimensioneerde bloempotten met bomen en hangen er hele grote kroonluchters.

Vervolgens kwamen we bij het Suze Groenewegplantsoen. In de jaren negentig is in de vroegere groenstrook tussen de Ruys de Beerenbrouckstraat en de Haarlemmerweg, die onderdeel was van het Eendrachtspark, een woongebouw geplaatst dat dwars op de groenzone staat en daardoor de verbinding tussen het park en de ten noorden van de Haarlemmervaart gelegen Brettenzone blokkeert. Een poortje in het gebouw geeft nog een klein doorkijkje naar wat er achter ligt. De eigenlijke reden van dit poortje is het feit dat hier een bundel kabels en leidingen lag waar het gebouw niet zomaar bovenop geplaatst kon worden.

Het noordelijke deel van het Eendrachtspark heeft enkele jaren geleden een opknapbeurt ondergaan. Dwars over een waterpartij is daar toen een houten loopbrug in zigzag verloop geplaatst. Een aardige toevoeging in het park.

De volgende stop op de route was de groenstrook en de naamloze waterloop evenwijdig aan het Jan de Louterpad. Dit is ook weer een mooi voorbeeld van de opbouw van water, groen en woonbebouwing er langs. Aan de zuidkant bij de Du Perronstraat zijn de woningen mooi gegroepeerd. Aan de noordkant bij de Bernard Loderstraat en Jan de Louterstraat was indertijd een bejaardentehuis gebouwd, met bijbehorende bejaardenwoningen. Het bejaardentehuis is al in de jaren negentig gesloopt en vervangen door galerijflats. In afwijking tot overal elders in de Westelijke Tuinsteden waar gebouwen recht zijn, is dit de enige gebogen bebouwing. De lage bejaardenwoningen zijn op één rijtje na onlangs gesloopt en door nieuwbouw vervangen. Dat ene rijtje is blijven staan omdat een hoogbejaarde bewoner toen hij hier kwam wonen een schriftelijke toezegging had gekregen dat hij nooit meer hoefde te verhuizen. Op basis hiervan is dit rijtje blijven staan. De man woont er nog steeds.

Volgens het oorspronkelijke ontwerp van het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) uit 1935 zou de Erasmusgracht / Burgemeester van Tienhovengracht, die nu eindigt bij Plein '40-'45, helemaal doorlopen tot het westen van Geuzenveld. Begin jaren vijftig werd besloten om de Westelijke Tuinsteden niet met vier meter zand tot stadspeil op te hogen, maar slechts met twee meter zand. Dit zand werd opgezogen uit de Sloterplas. Daardoor zijn de wateren die in verbinding staan met de Sloterplas bijna twee meter lager dan het stadspeil komen te liggen. De al in aanleg zijnde Burgemeester van Tienhovengracht werd daarom beëindigd bij het Plein '40-'45 , waar een zwaaikom voor boten werd aangelegd. Tot in de jaren tachtig voeren van hieraf onder andere de vuilnisschuiten van de Stadsreiniging via de stadswateren naar de vuilverbranding in Amsterdam-Noord.

In Slotermeer werd de enige verbinding tussen het stadswater en de Sloterplas gevormd door de sluis in de Burgemeester Cramergracht, waar het peilverschil van 1,80 meter overwonnen kan worden. Ter hoogte van de Krijn Breurstraat kwam een watergang evenwijdig aan de Burgemeester van Tienhovengracht die verder loopt richting Geuzenveld en voorbij het Eendrachtspark overgaat in de Albardagracht. Heeft de Burgemeester van Tienhovengracht nog een bescheiden functie voor het scheepvaartverkeer, in de lager gelegen wateren in Slotermeer en Geuzenveld komt men zelden een vaartuig tegen.

Het Gerbrandypark, waar we vervolgens doorheen fietsten, is eigenlijk 'een dijk van een park'. Deze groene oost-west gelegen zone vormt in feite het noordelijke dijklichaam langs de Burgemeester van Tienhovengracht. De tochtsloot aan de noordkant daarvan ligt op polderniveau, dus ook weer 1,80 meter lager dan de gracht aan de zuidkant van het park. Het Gerbrandypark is ook bedoeld als onderdeel van een groene fietsroute van Bos en Lommer via Slotermeer naar Geuzenveld.

Aan het westelijke uiteinde van het park zijn in de jaren negentig enkele nieuwe woongebouwen verrezen, maar er is ook getracht om de groene verbindingen hier te respecteren. Het gebouw langs de Jan de Jonghkade staat eigenlijk tegen een helling aan. De voorkant ligt hoger dan de achterkant.

Het Gerbrandypark heeft in het afgelopen jaar een opknapbeurt ondergaan. Doordat er onder een ondoordringbare kleilaag lag, was er vaak wateroverlast die nadelig was voor de boomwortels. De hoge populieren zijn hier vervangen door watercypressen. Ook de recreatieve voorzieningen zijn aangepakt. Ter hoogte van de kruising van de Burgemeester van Tienhovengracht met de Burgemeester Cramergracht is een halfronde waterpartij uitgegraven. Deze had en heeft geen functie voor de scheepvaart, maar een meer esthetische functie.

Verder noordelijk in Slotermeer fietsten we langs de groene parkstrook evenwijdig aan de Burgemeester Vening Meineszlaan. Hier en langs het Arthur Meerwaldtpad is mooi te zien hoe de plattegrond van het groen en de woonbebouwing heel subtiel in samenhang is ontworpen. Niet voor niets is dit onderdeel geworden van het beschermde stadsgezicht ' Van Eesterenmuseumkwartier'.

Via het noordelijkste stuk van de Slotermeerlaan en de kruising over de Haarlemmerweg, kwamen we bij de Seineweg in de Lange Bretten. Dit is een groene strook ten evenwijdig aan en ten noorden van de Haarlemmervaart. In het Algemeen Uitbreidings Plan was deze 'groene vinger' al opgenomen als onderdeel van de scheggenstructuur, die zo kenmerkend is voor dit plan. Via deze parkroute zouden wandelaars en fietsers vanaf de Haarlemmerpoort, via het Westerpark en de Volkstuinenparken bij Sloterdijk en langs een deel van de vroegere Spaardammerdijk zo verder naar de Groote Braak ten oosten van Halfweg kunnen gaan. Van daaruit is dan weer een doorverbinding mogelijk naar het Recreatiegebied Spaarnwoude. Het gebied is genoemd naar een vroeger landhuis 'De Bretten', dat net als andere landhuizen (waaronder de Boerenhofstede Geuzenveld), gelegen was langs de Haarlemmervaart. Het huis De Bretten was op zijn beurt weer vernoemd naar de 'Borch te Bretten' een burcht in de buurt van Katwijk. Ook was de naam Bretten vermoedelijk de middeleeuwse naam van een deel van Rijnland, waar destijds het Waterschap Borch te Bretten actief was, dat al in de vroege middeleeuwen in het Waterschap Rijnland is opgegaan. De groenstrook langs de Haarlemmervaart werd ook wel aangeduid als Brettenzone, maar tegenwoordig wordt de naam Lange Bretten gebruikt.

Nadat het polderland ten noorden van de Haarlemmervaart in de jaren zestig met zand was opgespoten, heeft een deel hiervan toen ook nieuwe bestemmingen gekregen. Ten westen van het dorp Sloterdijk werd het Sportpark Spieringhorn aangelegd. Meer naar het westen zouden nog meer sportterreinen aangelegd worden, maar die zijn er nooit gekomen. Ten westen van de Seineweg kwam het Volkstuinenpark De Bretten en bij het natuurgebied de Groote Braak kwam het Volkstuinenpark De Groote Braak.

Het gebied tussen deze beide Volkstuinenparken bleef vele jaren braak liggen. Net als het geval was bij het Ruige Riet in het Sloterpark kon de natuur hier decennia lang zijn gang gaan. Er ontstond een ruig terrein met wilde bomen en planten. Ten noorden hiervan ligt de waterkering die de vervanging is van de vroegere Spaarndammerdijk, die hier onder het zand van de bedrijventerreinen is verdwenen. Ten noorden van Daveren liggen bedrijven die gerelateerd zijn aan de Westelijke Havens. De industrie die altijd meer grond nodig heeft wilde graag uitbreiden naar het zuiden. Om dit gebied als groene zone te kunnen behouden heeft het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer in de afgelopen jaren de Brettenzone opgeknapt en diverse recreatieve voorzieningen toegevoegd om dit ook voor de toekomst als groengebied te kunnen behouden.

Ten westen van het Volkstuinenpark De Bretten zijn nog enkele sporen van het vroegere landschap bewaard gebleven. Zo zijn er nog een paar stukjes van het veenriviertje de Drecht terug te vinden, dat voor de aanleg van de Westelijke Tuinsteden de verbinding vormde van het Ookmeertje met het IJ. Vlakbij de Australiëhavenweg staat nog een klein gemaaltje, waarmee het water van de Lange Bretten wordt uitgeslagen op de Haarlemmervaart, onderdeel van het Hoogheemraadschap Rijnland. Dit gemaaltje staat op de plek waar vroeger de 'Dikke Molen' stond, die tot 1928 deze functie vervulde. Door vonken van een stoomlocomotief van een van de treinen op de spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem, die hier tot 1985 nog lag, is de molen in 1928 afgebrand. Later stond er een bakstenen gemaaltje, dat dus inmiddels ook weer plaats heeft gemaakt voor een moderne variant. Een informatiepaneel ter plaatse herinnert hier nog aan.

Vanaf de Australiëhavenweg gingen de fietsers via Geuzenveld naar de Cort van der Lindenkade. Dit was sinds de jaren vijftig de westelijke begrenzing van deze wijk. Het water hierlangs heeft geen naam, maar is wel de scheiding tussen de tuinsteden en een nog lager gelegen woongebied, de wijk de Eendracht, gebouwd in de jaren negentig, op de plek van vroegere sportvelden. De Eendracht is aangelegd in de Osdorper Binnenpolder-Noord, ook wel de Eendrachtpolder genoemd, een tussen 1920 en 1940 uitgeveende polder, die tussen 1937 en 1941 is drooggemaakt. Het polderpeil is hier -4,25 m NAP, dus nog weer twee meter lager dan dat van de Sloterpolder. Dit hoogteverschil is hier ook goed te zien. Het oostelijkste deel van de nog nieuwe droogmakerij werd dus al na 15 jaar gedeeltelijk voor de woonbebouwing van Geuzenveld gebruikt. Het deel hier aangrenzend werd ingericht als Sportpark De Eendracht.

Aan de zuidoostkant van deze polder bleef nog een kleine hoek braak liggen. Hier is in de jaren negentig het Park De Kuil aangelegd. Dit is een laaggelegen drassig terrein, waar de beplanting ook op is aangepast. Van het overgebleven deel van de Osdorper Binnenpolder is dus het noordelijke deel uitgeveend, het zuidelijke deel is als veenweidegebied blijven bestaan. Sinds de jaren negentig wordt het water uit het lagere noordelijke deel met een gemaal aan de Nico Broekhuysenweg opgepompt in de Osdorper Binnenpolder-Zuid. Van hieruit gaat het dan weer via de Osdorpervaart (langs de Osdorperweg) naar het gemaal bij Halfweg, waar het water in de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder terechtkomt.

Ten westen van het Sportpark De Eendracht heeft een deel van de polder nog steeds een agrarische bestemming. Hier ligt het polderpeil op -5,25 m NAP. Dit is een van de laagst gelegen delen van Amsterdam. De Watergraafsmeer ligt nog iets lager (op -5,85 m NAP). Omdat de agrarische bedrijven in deze omgeving geen toekomst meer hebben zijn andere functies gezocht. Het gebied wordt nu onderdeel van de Tuinen van West, een groot recreatiegebied begrensd door de Westelijke Tuinsteden (Geuzenveld en Osdorp) enerzijds en de Haarlemmervaart en de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder anderzijds. Reeds sinds de jaren zestig liggen hier, bij de Joris van den Berghweg, al enkele Volkstuinenparken: Tigeno, De Eendracht en Osdorp, alsmede het Nieuwe Bijenpark. Helemaal ten westen hiervan, bij de Tom Schreursweg en de Nico Broekhuysenweg, is de aanleg zichtbaar van het dijklichaam van de Westrandweg (A5), die op een negen meter hoge dijk dit poldergebied gaat doorsnijden. De Westrandweg moet over enkele jaren de verbinding gaan vormen tussen Schiphol, het Westelijk Havengebied en de Tweede Coentunnel.

Als laatste onderdeel van de fietstocht door de groengebieden kwamen we langs de Osdorper Binnenpolder-Zuid, een restant van het veenweidelandschap dat zich vroeger uitstrekte van de Haarlemmermeerpolder tot de westelijke grenzen van de stad Amsterdam. Sinds de annexatie van de vroegere gemeente Sloten in 1921 is bijna het hele polderlandschap onder het zand verdwenen voor de grote stadsuitbreidingen die hier sindsdien hebben plaatsgevonden. Op de vraag van een van de deelnemers hoe het gebied waar de Westelijke Tuinsteden nu liggen er voor 1950 uitzag kan hier het antwoord worden gegeven. Er is nu nog nauwelijks veeteelt overgebleven, nu de laatste boeren met pensioen gaan, maar het is nog wel een zeer waardevol natuurgebied voor weidevogels. Na het veenweidegebied van Landelijk Noord is dit het gebied met de hoogste natuurwaarden van Amsterdam. Vanaf het Ma Braunpad heeft men een prachtig uitzicht over deze groene long.

Van hieraf gingen de excursiegangers weer terug naar het startpunt bij de Garage Notweg in Osdorp en konden terugzien op een zeer geslaagde en interessante tocht. Hierbij dank voor Pieter Boekschooten voor zijn interessante toelichting die hij onderweg als gids gaf.

Verslag: Erik Swierstra, april 2010

Alle rechten voorbehouden

206 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe