Een lustoord voor kinderen
Hoe was het nu om als kind van deze oude Spaarndammerdijk te genieten? Je kwam er direct over de spoorwegovergang achter de Zaanstraat/Oude Hemweg over de spoorwegovergang. Daarvoor lag het aanliggende zandlandje (voor het huidige Brediusbad en de twee grote hotels). Achter de overgang strekte zich een andere wondere wereld uit. Uit de stenige stadse woonblokken van de Spaarndammerbuurt kwam je in de weidse landelijke sfeer van een weldadig buitengebied. Zo dichtbij, en toch een heel andere wereld: een smal kronkelend dijkje met wat oude huisjes, bloemrijke kruidige bermen en laaggelegen groene polders doorsneden door smalle sloten. Het plezier begon direct al aan je rechterhand met de zogeheten ' dubbeltjesspeeltuin' waar later , als een speling van de de geschiedenis, het jongerentehuis werd gebouwd. Die speeltuin was een waar lustoord voor een zondags uitstapje van de gezinnen uit de buurt. De toegangsprijs - dat dubbeltje - gaf plezier voor de hele dag.
Aan de andere kant van de dijk, in de diepte van de polder, lagen de voetbalvelden van de typisch Spaarndammerbuurtse club De Germaan. Die bereikte je over een grindpad tussen weilanden. Je voetbalde bij wijze van spreken tussen de koeien die graasden op de weiden rond de wat hoger gelegen begraafplaats Sint Barbara. Door de diepe ligging van de velden was het voetballen vaak een plassige bedoening, maar aan afgelasten deed de club gelukkig niet zo graag.
Schooltuintjes
Iets verderop lagen onze schooltuintjes waar de heer Kuperus ( klopt zijn naam? Ik spreek over de jaren ' 50) ons de eerste beginselen van groenten- en bloementeelt bijbracht op twee keurig aangeharkte grondbedjes per leerling.
Hij gaf ook aanschouwelijk les over insecten en planten, waarbij hij om de zoveel woorden de rhetorische vraag stelde : ' is 't niet waar'. Door ons even vaak beantwoord met: ' is wel waar'. Dan glimlachte hij wat verlegen om het even later weer te zeggen, en bij de volgende zin opnieuw. Wat een vreugde als je in het voorjaar met je eerste geurige tuinkers van eigen teelt thuiskwam, later gevolgd door nieuwe aardappelen, kropjes sla, bossen wortelen en zo meer, en in de zomer veelkleurige bloemen. Ik besef nu pas goed wat die brave heer Kuperus voor ons, jonge Spaarndammerbuurters opgroeiend in een stadse stenige omgeving, als buitenman heeft betekend.
Begraafplaats St. Barbara
Daarnaast was er natuurlijk de altijd wat geheimzinnige begraafplaats Barbara, waar je in de winter niet op sloten moest schaatsen omdat je erdoor zou kunnen zakken en dan besmet zou raken met het lijkwater dat uit de graven sijpelde. Waar of niet waar, het werd zo verteld. Tot ik op een dag bij een wandeling met mijn broertjes en moeder mijn bal van de dijk zag rollen, in de sloot, er achter aan rende en ook zelf in de sloot belandde. Ik moest van mijn moeder een paar meter achter haar blijven lopen, de stank was niet te harden. Wij hadden nog geen douches, dus rechtstreeks door naar het Badhuis in de Zaanstraat. Daar mocht ik, om begrijpelijke reden, met voorrang naar het stortbad, zoals dat toen heette.
Klik hier voor deel 1.
Klik hier voor deel 3.
Klik hier voor deel 4.