‘De noodscholen waren over heel Geuzenveld verspreid. De meisjes gingen naar de school bij de Dolhaantjesstraat en de jongens naar de Sam van Houtenstraat, tegen de dijk aan. Er was een katholieke kerk met pastoor Nilissen als bouwpastoor die je overal in de wijk op zijn Solex tegenkwam en die met iedereen een praatje kwam maken.’ Dit zijn enkele van de herinneringen van Theo Verhoeven. Ook volgende generaties bewoners hebben zo hun herinneringen aan de Eendrachtsparkbuurt. Aan de Wigbolt Ripperda-, Kenau Simons Hasselaar-, Ewoud Worst-, Jelte Eelsma- en Pieter van der Werfstraat. Susa el Aroussi kwam in 1977 in de wijk wonen en gedenkt de inmiddels verdwenen buurtwinkels en de witte bloesemboom. De saamhorigheid is ook verdwenen, vertelt ze.
Het boekje over de Eendrachtsparkbuurt schetst geen overdadig rooskleurig beeld van de wijk, maar het sentiment van bewoners die er toch ook nu prettig wonen, sijpelt er rijkelijk doorheen. Stedelijke vernieuwing moet het antwoord op de daadwerkelijke en gevoelsmatige achteruitgang zijn. Nieuwbouw moet zowel voor woningen zorgen die aan de eisen van deze tijd voldoen als ook zorgen dat bewoners er sociaal-maatschappelijk op vooruit gaan. Stedelijke vernieuwing is meer dan alleen stenen stapelen, zegt het stadsdeel. Ook de sociale kant van deze vernieuwing – o.a. betere voorzieningen, groter aanbod aan cursussen en recreatie en het activeren van bewoners - verdient veel aandacht. Het gedenkboekje is in dit kader een goed voorbeeld.
Gepubliceerd: 17 december 2006
Link naar meer verhalen uit de Eendrachtsparkbuurt.