We hadden doordeweeks woordexpressie en bewegingsexpressie waar we ook verschrikkelijk gelachen hebben.
Tijdens bewegingsexpressie moest het licht uit en toen het weer aanging zat Martin Minten volkomen naakt bij Ria Vogel op schoot.
Daar ontmoette ik Robbie Koeslag, destijds een vrij berucht figuur met wie ik bevriend raakte en waar ik de meest fantastische avonturen mee heb beleefd. Onder andere een vakantie met Minten (incl. Fiat 850) die eindigde bij de Zwitserse grens in Basel. Ook hebben wij een keer in het damestoilet bovenin gezeten en kregen de slappe lach toen Sabine Friscus onder ons zat te plassen met een hoop lawaai. Wat was haar broer Fred kwaad op ons. Tijdens zo een zondagmiddag ontmoette ik Bibi en Mol. Twee vreemde figuren die beweerden een eigen centrumpje te hebben in Slotermeer. (Bij ons kwamen overigens jongens en meiden van allerlei centra uit Amsterdam west. Kwak, de Hoeksteen, de Aker etc. etc.).
Utopia werd vanwege allerlei negatieve geluiden en gebeurtenissen redelijk onmogelijk en na gesprekken met Bibi en Mol kochten Rob Koeslag en ik hun centrumpje (twee uitgebroken garages in de Diderotstraat) voor vijftig gulden. We noemden het Buddha en kochten bij de melkboer wat cola, 7up, bier, etc. en gingen aan de slag.
Al vrij snel begon de successtory want het was iedere avond volle bak. Destijds ging alles contant waardoor wij vanwege de hoeveelheden drank alles bestelden via de VDH (Verenigde Dranken Handel). Wij werkten niet meer en wisten van gekkigheid niet wat wij met dat geld moesten doen. Om omzet te stimuleren hielden wij het warm binnen en deelden veel sigaretten uit. Buddha bleek officieel te vallen onder buurtcentrum Ons Huis (ergens achter het Lambertus Zijlplein) waar ene Guido de Man de scepter zwaaide. Als wij daar wel eens kwamen vertelden wij dat het slecht ging en dat er niemand kwam. Wij gingen soms met acht man op zaterdag avond laat de stad in. Koeslag en ik betaalden alle taxikosten en alle drank op zo’n avond. Soms reden wij met twee taxi’s naar de Hema op de Burgemeester de Vlugtlaan en haalden 20 taarten op. Doordeweeks haalde ik Koeslag op en dan met een taxi naar Alberts Corner in de Kalverstraat. Na koffie met een Telegraafje terug per taxi naar Buddha om de eerste klanten te verwelkomen. Als ik achteraf bedenk wat er toen een geld is opgemaakt door ons krab ik nog wel eens achter mijn oren.
Ook stonden op een avond vier Engelsen voor onze neus (AB, Rocky (niet de bokser), Dennis en Schwardle) waar wij onmiddellijk leuk contact mee hadden. Zij waren op wereldreis met een oude VW-bus en mochten er van ons blijven slapen. Bij mijn weten heeft mijn buurman Arie Keuning nog steeds contact met Rocky. AB woont in Amsterdam en daar heb ik jaren geleden tijdens een of ander feest wat mensen uit het verleden teruggezien wat ik erg grappig vond. Rocky woont in Alaska en wat er van de andere twee geworden is, Joost mag het weten. Wat ik mij ook herinner was dat ik ochtends zogenaamd naar mijn werk ging, naar Buddha fietste en daar verder ging slapen. Ik lag daar op een ochtend in een luie stoel buiten toen mijn vader daar toevallig wandelde. De lezer zal begrijpen dat er thuis het nodige gezegd en geruzied is over wat er van mij terecht moest komen. Er waren ook de vele meisjes die er kwamen en waar je soms vreselijk verliefd op werd. Koeslag ging er vaak met de buit vandoor en ik had het nakijken. Een naam die mij te binnen schiet is Marian van de Berg.
Als ik het mij goed herinner gebeurde dit alles in 1970. Grappig dat als je er voor gaat zitten, allerlei herinneringen terug komen aan die tijd. Met name de muziek was geweldig. De ene nieuw band was nog niet bekend of de volgende kwam alweer opzetten. Black Sabbath was in die tijd populair maar dat was er maar een van de velen. Yes, Pink Floyd, Canned Heat, Jimi Hendrikx etc. etc.
Op een avond stond Guido de Man ineens voor onze neus. Alhoewel wij beweerden dat het net die avond enorm druk was geloof ik dat hij er toen achter kwam dat wij er geld aan over hielden wat uiteraard niet mocht. Na enige vergaderingen hebben wij dat ook toegegeven en zijn er met zachte hand uitgewerkt. Buddha is toen door Ons Huis overgenomen en er zijn andere mensen in terecht gekomen. Ik ben Buddha uit het oog verloren. Ik weet dat Buddha na verloop van tijd verhuisd is naar de Ruys de Beerenbrouckstraat. Er was daar een keer een feest vanwege het zoveeljarig bestaan. Ik ben er geweest en heb niemand maar dan ook totaal niemand gezien uit de periode die ik hier heb beschreven.
Het tijdvak waar ik over schrijf kenmerkte zich wat mij betreft door een enorme dynamiek. Er gebeurde altijd wat en er waren altijd ideeën om iets te doen of iets te ondernemen. Wat bijvoorbeeld uit Buddha voorvloeide was het voetballen in het park op zondagmiddag. Mevrouw Adrichem kwam kijken naar zoon Nico. Er was een hapje en een drankje. Van daaruit zijn wij met wat heren gaan voetballen op een echte club, de sv Halfweg in Zwanenburg. Uiteindelijk zijn er ook een aantal deze kant op verhuisd, wonen in de omgeving en hebben hier hun houvast gevonden, waaronder ik. Dit was wat mij betreft (Ik besef dat ik uiteraard veel mensen niet genoemd heb, gebeurtenissen vergeten ben, etc. etc.) de ontstaansgeschiedenis van Buddha. Als mensen het anders vinden of zien laat dat weten. Ik vond het erg leuk om dit te schrijven en hoop dat er bij de lezers herinneringen loskomen aan deze wat mij betreft fascinerende tijd.
Hendrik Warmerdam
Klik hier voor deel 1 van dit verhaal.
Lees ook: Jongerencentrum Buddha in Geuzenveld
Gepubliceerd: 14 februari 2007