Weduwenstichting

8 Fans
Westerpark

Dit gebouw is te vinden in de Eerste Hugo de Grootstraat. Loes Kuijkens kreeg de tip van haar vriendin Tilly Hagens-de Jong - naar aanleiding van het stukje over operettevereniging Huvré uit de Hugo de Grootbuurt - om er iets over te schrijven.

Gebouw van de Weduwenstichting wie, wat, wanneer, waar Bron: boekje uitgegeven door de Diakonie van de Hervormde gemeente te Amsterdam ter ere van het 100-jarig bestaan 1882-1982

Gebouw van de Weduwenstichting wie, wat, wanneer, waar Bron: boekje uitgegeven door de Diakonie van de Hervormde gemeente te Amsterdam ter ere van het 100-jarig bestaan 1882-1982 Door: Jan van Zijp

Alle rechten voorbehouden

Onderdak

De gevelsteen met de tekst Weduwenstichting is nog steeds aanwezig en het gebouw dateert van 15 mei 1883 en spoedig daarna kwamen de eerste bewoonsters. Het plan was van de diaken om weduwen met kinderen een goed onderdak te geven. De vrouwen die op de stichting werden toegelaten waren financieel niet of nauwelijks draagkrachtig. Over de toelating besliste het bestuur. De huur werd vastgesteld op fl 0,80 per week voor de huisjes en fl 0,60 voor de kamers. Wilde je in aanmerking komen, dan moest je geboren zijn in Amsterdam en minstens drie jaar lid zijn van de Nederlandsch Hervormde Gemeente. Het bestuur bemiddelde ook bij het krijgen van werk en in erfeniskwesties. Om de doorstroming te bevorderen moest men de stichting verlaten als het jongste kind 15 jaar was. Men ging er vanuit dat de kinderen dan wel werk hadden gevonden. In die tijd was het heel normaal dat een kind na de lagere school meteen aan het werk ging.

Hartstocht en tralies

De normen waren in die tijd vrij streng, heren moesten om 11 uur ‘s avonds het pand hebben verlaten, daar werd streng op toegezien door de huismeester. Werd er niet aan deze regel gehouden en werd het ontdekt. dan moest men spoedig de stichting verlaten. Vrouwen die op de begane grond aan de straatkant woonde hadden daar iets op bedacht, ze schoven gewoon het raam open en hun geliefde kon zo het pand in en uit. Maar toen dat werd ontdekt of misschien verraden werden er tralies voor de ramen geplaatst. Pas in 1965 werden deze verwijderd. Om 11 uur werd de hoofdpoort gesloten, ook het licht op de plaats en in de gangen werd uitgeschakeld. Woonde je achteraan moest je in het aardedonker de weg naar je woning maar zien te vinden. Het bestuur lette, ook op de eventuele vrienden, omdat een verhouding met een anders gelovige, daar rustte Gods zegen niet op .Ook was het de weduwe niet toegestaan zonder permissie familie te laten logeren, een oude moeder zuster of nicht. Meestal werd er wel toestemming gegeven door het bestuur. Na de logeerpartij kwam de weduwe dan voor de verleende toestemming bedanken.

Uitdeling en ondersteuning.

Voor sommige vrouwen die geen werk hadden of ziek waren was het toch armoede en waren volledig op de liefdadigheid aangewezen. Zo werd er hulp verleend na een huisbezoek door de commissie. Maar ook de weduwen kwamen met hun vragen naar het bestuur, zoals : weduwe P. vraagt pantoffels en een werkjapon, haar wordt fl 7,50 gegeven, Weduwe H. vraagt geld voor een boezelaar, nodig om haar werkkring te kunnen aanvaarden.

Op de verjaardag van de koningin werd er aan de weduwen uitgereikt:

- 2 tarwebroden

- 1 roggebrood

- 1 pond kaas

- 1 pond boter
- 25 cent contant geld

Lijkenhuisje

Ja er was ook een lijkenhuisje in de tuin, daar werden voornamelijk kinderen opgebaard. Het was voor de kinderen niet fijn om te weten dat er een overleden vriendje of vriendinnetje een paar meter van hun huis in het ‘tuinhuisje’ lag. In die tijd kwamen veel besmettelijke ziektes voor zoals, roodvonk, mazelen, typhus en tbc.
Vooral in de eerste wereldoorlog werden veel mensen ziek. Er is mij niet bekend of het lijkenhuisje nog aanwezig is in de tuin. Er wonen nu veel studenten.


Deze beschrijving komt voornamelijk uit een boekje dat door de Diakonie van de Hervormde gemeente te Amsterdam ter ere van het 100-jarig bestaan 1882-1982 is uitgegeven en ter inzage is gegeven door Tilly Hagens-de Jong.

Alle rechten voorbehouden

1138 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Gevelsteen Weduwestichting Foto: Jan Wiebenga, 14 februari 2010

Gevelsteen Weduwestichting Foto: Jan Wiebenga, 14 februari 2010

Alle rechten voorbehouden
Met z'n allen op de foto wie, wat, wanneer, waar Bron: boekje uitgegeven door de Diakonie van de Hervormde gemeente te Amsterdam ter ere van het 100-jarig bestaan 1882-1982

Met z'n allen op de foto wie, wat, wanneer, waar Bron: boekje uitgegeven door de Diakonie van de Hervormde gemeente te Amsterdam ter ere van het 100-jarig bestaan 1882-1982 Door: Jan van Zijp

Alle rechten voorbehouden

3 reacties

Voeg je reactie toe
Ad van Heeswijk

Weduwenstichting

Het boekje over de Weduwenstichting  waarvan ik  co-auteur was is uitgegeven door de diaconie der hervormde gemeente, de eigenaresse van de weduwenstichting. Ik was de eerste man die er woonde, samen met de eerste hond die zich bemind maken door tijdens de renovatie enkele ratten in huis te vangen. 

Het boekje heeft twee drukken gekend (oplage totaal 750 stuks ??) en Ons Amsterdam heeft er ook een artikel aan gewijd. Veel materiaal is geput uit de oude notulenboeken van het bestuur van de Stichting. 

P. Beertema

Vraagtekens

Ik plaats een tweetal vraagtekens bij dit verhaal, op grond van wat ik weet over een familielid van me. Zij heeft met haar kinderen in twee verschillende huisjes/kamers van de stichting gewoond.

"dan moest je geboren zijn in Amsterdam"

Zij was niet in Amsterdam geboren, maar werd dus wel toegelaten. Wel woonde ze daarvoor al bijna 25 jaar in Amsterdam. De eis "geboren in Amsterdam" lijkt me dan ook niet erg waarschijnlijk, en ik ben hem elders ook niet tegengekomen. Een eis als "woonachtig in Amsterdam" lijkt me waarschijnlijker.

"moest men de stichting verlaten als het jongste kind 15 jaar was"

Toen ze vanuit de stichting naar een zelfstandige woning verhuisde was haar jongste kind 19 jaar.

Ik sluit overigens niet uit dat de genoemde eisen officieel misschien wel bestonden, maar dat het bestuur uitzonderingen erop kon maken.

Channah van Straaten

Kinderwagen in het lijkenhuisje

Hallo Loes,

Wat een leuk stukje! We (mijn broer Jan en ik) hebben het er al met je over gehad op de bijeenkomst ter gelegenheid van het 1000e verhaal van Het Geheugen van West, maar ik vind het leuk om mijn herinneringen aan de Weduwenstichting ook hier aan neer te zetten.
Ik ben geboren in de Eerste Hugo de Grootstraat nr. 20, 1 hoog, recht tegenover de ingang van De Weduwenstichting, en de twee zusjes en eveneens twee broers die na mij kwamen ook. Mijn jongste broer is er nét niet geboren: die kwam twee dagen na onze verhuizing naar Geuzenveld in november 1957 ter wereld. En mijn jongste zusje kwam pas in 1963, dus die heeft helemaal geen herinneringen aan de Weduwenstichting.
Ons 'huis' in de Eerste Hugo de Grootstraat was heel klein. Een balkon of berging was er niet, behalve dan een gedeelte van de lattenzolder.Mijn vader stalde zijn fiets in de kinderslaapkamer, waar al praktisch geen loopruimte was als alle bedden uitgeklapt waren. Gelukkig had mijn moeder van de concierge van de Weduwenstichting toestemming gegeven om de kinderwagen in een gebouwtje op de binnenplaats te stallen. Nu ik jouw verhaal lees zou dat best eens het 'lijkenhuisje' geweest kunnen zijn.
Eeen enkele keer werden we door de concierge binnengeroepen. Dan sprak ze vriendelijk tegen ons, en daar stond je dan dodelijk verlegen te zijn. Het werd wel beloond, ant je kreeg altijd een koekje of een snoepje.
Met Kerstmis stond er altijd een grote kerstboom in de conciergewoning, waar wij bijna iedere dag vol bewondereing van buiten af nar stonden te kijken. Thuis hadden we ook wel ene kerstboom, maar deze was zo groot, en zo overdadig versierd. Toen ik later het sprookje van Andersen over het meisje met de zwavelstokken las zag ik altijd die grote overdadige kerstboom voor mij, inclusief de Eerste Hugo de Grootstraat in de sneeuw als aanvullend decor.
Van de bewoonsters van de Weduwenstichting herinner ik mij helemaal niets, ook niet van kinderen die daar ongetwijfeld woonden in die vroege jaren 50.
Dat die tralies voor de ramen geplaatst waren om amoureus bezoek buiten te sluiten wist ik niet. Ik heb als kind altijd gedacht dat het een extra beveiliging was omdat die alleenwonende vrouwen kwetsbaar waren.
Je kunt je de bemoeienis van de diakonie met het privé-leven van die vrouwen nu niet meer voorstellen. Maar van collega/vriendin A., die van mijn leeftijd is, en die als studente korte tijd in de Weduwenstichting gewoond heeft weet ik dat er toen ook nog strikte regels waren. Ik zal proberen om haar hierheen te lokken, zodat ze zelf haar verhaal kan vertellen! ;-)

Groeten van Channah