Hoewel ze het niet breed hadden - zeker niet in die eerste jaren jaren van hun huwelijk toen we nog in de eerste Hugo de Grootstaat woonden - grepen mijn ouders ieder feest aan om dat met geringe mogelijkheden maar in grootse stijl te vieren. Natuurlijk de verjaardagen, Sinterklaas en Kerstmis, maar ook feesten die lang niet algemeen gevierd werden, althans niet in Amsterdam.
Zoals bijvoorbeeld Driekoningen op 6 januari. Dan pas werd het kerststalletje compleet, met de beelden van de drie wijzen - koningen - uit het oosten, die de ster gevolgd hadden om een koning te vinden, en bij een klein kindje in een stal terechtkwamen. Onze stal had nog twee extra beelden: een kameel met kameeldrijver. Met enig ritueel werden de beelden door ons bij de andere gezet.
Maar er was nog een ander ritueel: mijn moeder bakte op 5 januari een Driekoningenkoek. Hoe de koek smaakte kan ik mij niet meer herinneren, wel dat daar een bruine boon in meegebakken werd. De koek werd in punten gesneden, en wie het stuk had waar de boon in zat was op 6 januari de koning volgens folkloristisch gebruik. Mijn ouders hadden een eigen variant: álle - toen nog vijf - kinderen waren op die dag koning, maar degene die de boon had werd uitverkoren om de zwarte koning te zijn.
Op 5 januari 1956 zat de boon in míjn stuk van de Driekoningenkoek. Met behulp van oude gordijnen en kleden werden we de volgende dag alle vijf omgetoverd tot koningen. Ik herinner mij nog goed hoe het zwart maken van mijn gezicht gebeurde: een kurk aan een breipen werd in het vuur van een gaspit gehouden, even afkoelen en smeren maar! Dat werd een paar keer herhaald, totdat ik écht een zwarte koning was. Daarna kregen we de zelfgemaakte met een ster versierde kroontjes op. Mijn kroontje had een ster extra.
De traditie van de Driekoningenkoek heeft lang standgehouden in ons gezin, ook toen we ons allang niet meer wilden verkleden. Er kwam een andere variant: degene die de boon had moest op vastenavond trakteren. Helaas trof het lot jaar na jaar mijn vader, die op gegeven moment verzuchtte: “Laat die boon maar, ik trakteer gewoon op vastenavond!”