Aankomst
Vooral de aanloop naar pakjesavond is mij bijgebleven. Die spanning, die blije verwachting van wat komen ging. Het begon als mijn moeder vertelde dat op zaterdag Sinterklaas aan zou komen in de stad, en dat we zouden gaan kijken. Nog 4 nachtjes slapen, nog 3 nachtjes slapen, nog 1 nachtje slapen…. En dan was het eindelijk zo ver. Warme jassen aan, en lopend richting Dam. Daar begon het wachten, in mijn gevoel uren, totdat de eerste praalwagens kwamen, en nog belangrijker: de eerste Pieten, waarvan je pepernoten kreeg. Aan het eind van de stoet verscheen Sinterklaas, majesteitelijk gezeten op zijn witte schimmel, die toen nog niet Amerigo heette.
Schoen zetten
Die avond mochten wij onze schoen zetten, met een winterwortel erin. En een bak water, allemaal voor het paard. Hoewel je wist dat de Sint zou komen was het toch spannend als je ’s morgens opstond en ogenblikkelijk naar de kachel rende, waar de schoentjes stonden opgesteld. Nooit stelde Sinterklaas ons teleur.
Natuurlijk mochten we niet iedere dag onze schoen zetten: Sinterklaas moest immers ook nog naar andere kinderen. Maar blijkbaar wisten onze ouders precies wanneer de route van de Sint langs ons huis voerde.
Sinterklaas op school
Vanaf mijn 4e jaar zat ik op school op de Da Costakade, en ook daar ging het Sinterklaasfeest niet onopgemerkt voorbij. Een paar dagen voor 5 december moesten we om onduidelijke redenen allemaal naar de binnenplaats, wat ’s winters nooit gebruikelijk was. Als je daar dan een tijdje aan het spelen was hoorde je plotseling: “Kijk! Sinterklaas!” En dan wees een van de juffen naar boven. En o wonder: daar stond Sinterklaas op het dak, vergezeld van een Zwarte Piet. Wat er dan als kind door je heen ging … Mijn geloof was dan ook groot, en dat zou vele jaren zo blijven.