Een klem om je schedel – Deel 5

Geen oorlog meer

1 Fan
Amsterdam

Een interview met Otto Klap (1925). Otto woont sinds 2011 in Nieuw-West, in de Jan van Zutphenstraat, Osdorp. Daarvoor woonde hij vanaf 1945 in de Oranje Nassaulaan aan het Vondelpark. Tijdens de oorlog studeerde hij aan het Utrechts conservatorium en pendelde tussen Utrecht en Amsterdam. Hij was violist en is dirigent. In deel vijf: de oorlog is voorbij en Otto besluit dirigent te worden.

Gek
De overgang naar geen oorlog is voor mij eigenlijk tragisch uitgepakt. Ik had een armoedige jeugd, toen armoede in oorlogstijd, en geen vaderfiguur. Dus een ontremd iemand. En toen waren opeens ook de maatschappelijke remmen los, ik hoorde nergens meer bij. Ik ben tussen mijn 20ste en 27ste heel hartstochtelijk gedoken in de opleiding tot bohemien, anarchist, gek.

Het naoorlogse patroontje was 's zomers rondhangen in café Eijlders en Reynders op het Leidse plein en op De Kring, denkend dat je iets heel bijzonders was, en 's winters vreselijke depressies. Tussendoor toch nog viool studeren, het begon langzamerhand te gisten dat ik die muziekstudie niet afgemaakt had. Wat ik toen heel veel deed als ik 's nachts thuis kwam van De Kring was 'Der Erlkönig' op de piano. Dat heeft Schubert gemaakt toen hij heel jong was op een beroemd gedicht van Goethe. En de Chaconne van Bach als violist.

Kleine-Gartmanplantsoen 7-9. Detail van de voorgevel. Beneden café Palladium. Boven sociëteit De Kring. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Kleine-Gartmanplantsoen 7-9. Detail van de voorgevel. Beneden café Palladium. Boven sociëteit De Kring. Bron: beeldbank Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Er was een heel eufoor gevoel dat in heel Nederland heerste, dat de oorlog voorbij is. Die klem om je schedel was verdwenen. Je kon eindelijk geestelijk weer ademhalen. Fysiek ook. Dat ik toen toch weer honger ben blijven lijden lag niet aan de maatschappij, dat lag aan mijn eigen gekte in die tijd. Tot mijn 27ste ongeveer, toen ben ik me gaan aanpassen.

Dirigent
Ik ben directie gaan studeren omdat ik na de oorlog een jaar of twee in het conservatoriumorkest heb meegespeeld en al die prachtige werken leerde kennen. Meestal pianoconcerten van Mozart. En omdat Willem Andriessen, de broer van die Hendrik Andriessen en een schat van een man, dat dirigeerde. Maar hij had geen ijzeren vuist. Ik dacht: godverdomme, als je met een groep mensen iets moet doen, dan moet je een ijzeren vuist hebben. Mijn eigen complexen projecteer ik in een situatie, ja.

Otto Klap dirigeert Barber, Boulanger, Dvorák en Poulenc in de Sloterkerk, 2013. Bron: copyright Koor van Meneer de Wit

Otto Klap dirigeert Barber, Boulanger, Dvorák en Poulenc in de Sloterkerk, 2013. Bron: copyright Koor van Meneer de Wit

Alle rechten voorbehouden

Ik zat dus ineens in een groep met allemaal hele jonge musici. Dat was eigenlijk mijn leukste herinnering van vlak na de oorlog. Met als achtergrond de pianoconcerten van Mozart. En verliefdheden natuurlijk.

Otto Klap dirigeert de Matteuspassie in de Chassékerk, 2009. Bron: copyright Koor van Meneer de Wit

Otto Klap dirigeert de Matteuspassie in de Chassékerk, 2009. Bron: copyright Koor van Meneer de Wit

Alle rechten voorbehouden

Het levensverhaal van Otto Klap wordt momenteel opgetekend door Miek Smilde en zal begin 2016 in boekvorm verschijnen.

Klik hier voor deel 1
Klik hier voor deel 2
Klik hier voor deel 3
Klik hier voor deel 4

Alle rechten voorbehouden

374 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Dick Thiele

Muziek les.

Ik heb omstreeks 1972 muziek les van Otto genoten op de grafische school in de Dintelstraat te Amsterdam.

Otto heeft in ieder geval op ongeveer op mijn 15e jarige leeftijd wakker gemaakt voor de klassieke muziek en daarbijbehorende instrumenten.

Niet alle leerlingen waren hier enthousiast over,ik besefte pas later dat hij degene is geweest die mijn heeft geleerd naar klassieke muziek te luisteren en tot op heden nog steeds een mijlpaal in mijn leven te zijn geworden.

Alsnog Otto wil ik je hiervoor hartelijk bedanken,het heeft tot op heden mijn leven verrijkt. Gr.Dick.

 

 

 

Hans Staphorsius

Otto Klap

Is een mooie serie verhalen geworden. Goed dat er weer een stukje geheugen aan de site is toegevoegd.