Geuzenveld
In 1957 kregen we een huis aan het Jan Springerhof in Geuzenveld. Wat waren we blij met die eengezinswoning. Het leek wel een paleisje!
Wat een feest, ieder een eigen kamer. Het was wel erg duur, zo rond 80 gulden per maand, maar mijn moeder werkte ook, best bijzonder in die tijd. Zij gaf zwemles aan schoolkinderen, dus was alleen tijdens schooltijden weg en zat dan weer te wachten met een kopje thee als ik uit school kwam.
Koude douche
Ik weet nog dat er samen met een tante werd schoongemaakt in het nieuwe huis. Het mooiste was de douchecel. Iedereen wilde daar gebruik van maken, maar dat gebeurde met veel gegil, want er was nog geen warm water aangesloten. Ik vond dat zo’n onzin, en zei: ‘Maar IK neem een warme douche’, wat natuurlijk niet ging. Dat heb ik nog vaak moeten horen…
Tuin
We hadden ook een tuintje. Heel klein, maar wel heerlijk. In de hoek stond een kolenkist, kon je lekker op zitten.
De gemeentetuinen waren mooi aangelegd. Er was een groot grasveld met daarop een bordje: ‘Onze tuinlieden onderhouden deze tuin met veel zorg. Gebruik hem daarom niet als speelterrein. Dank U.’ Je haalde het niet in je hoofd om over dat gras te lopen. Ik zeker niet, want mijn vader was politieagent. Ik moest het goede voorbeeld geven.
Betsy Verbruggen-Klerk was een van de cursisten van de schrijfcursus in november 2011 van het Geheugen van West gegeven door Shirley Brandeis. Deze cursus is onderdeel van het project Vertelfestival dat op 29 januari 2012 plaatsvindt en dat gehouden kan worden door subsidie van het SKANfonds.