Boer Sam van den Broek (1915) van ‘Meerzorg’ kon erg boos worden, zegt zoon Wim, als hij Duitsers op een piloot aan een parachute zag schieten. Dat was niet eerlijk. Ze konden zich niet verweren. Bij Jan Holla in de buurt gebruikten ze verrekijkers om beter te kunnen mikken.
In het begin van de oorlog, op een zondagavond, zit Herman Kreike (1927) van ‘Kamplust’, Osdorperweg 828, in de Jozefschool, Halfweg. Hij ziet hoe twee geallieerden aan een parachute door een Duits jachtvliegtuig beschoten worden. Een van hen komt mogelijk bij molen ‘de 1200 Roe’ aan de Haarlemmerweg terecht. Namen zijn niet bekend.
Freek Raat (1923) staat op het Legmeerplein, als er ’s avonds rond 8 uur een vliegtuig overkomt. Er klinken knallen van het afweergeschut en het toestel duikt naar beneden. Het komt neer bij het Luchtvaart-laboratorium aan de huidige Anthony Fokkerweg (Riekerpolder). Het gebeurde op 23 juni 1940*. Lang stond er een paal met een helm als ereteken, vertelt Marja van de Veldt – schrijfster over de polders. Freek helpt na de oorlog als veldwachter in Sloten bij de berging. De Engelse Bristol Blenheim IV (zie foto) staat nog met zijn neus in de veenachtige bodem. Er worden twee lichamelijke overschotten geborgen, van William J. Barrett (23) en Peter E.F. Adams (23). Luitenant J.W.D. Stephens breekt een been bij de landing, - per parachute? Hij overleeft vier krijgsgevangenenkampen.
Leo Barlag ziet zeker een parachutist met een gebroken been. De man ligt bovenop een schuurtje aan de Noorderakerweg, niet ver van de Ringvaart. Het schuurtje was van Ubink, weet Joop Poolman (1931) die toen op nr. 117 woonde. Het vliegtuig zelf komt in Badhoevedorp terecht, waar nu de Seringenstraat is, weet Leny Kool-Schönhage (1932). Het motorblok valt net achter de Akerdijk bij Joop's oom door het dak. Het belandt in de slaapkamer maar niemand wordt geraakt.
Aan het andere eind van dezelfde weg was twee jaar eerder al een crash. De motoren worden geborgen bij de aanleg van De Aker (circa 1996). Joop Polman herinnert zich dat een vliegtuig op het land van zijn grootouders neerkwam, Noorderakerweg 177. Het ging om de Junker 88A (zie foto), op 25 mei 1940 neergehaald door Engelse jagers. De vlieger, Helmut Alisch (25), bezwijkt aan zijn verwondingen. De namen van de andere drie bemanningsleden zijn onbekend. Duitse militairen bergen het wrak en maken een graf op de plek die nu het Joop Wortmannplein is. Hing ook Helmut Alisch aan een parachute?
Dit is deel 4 van een reeks verhalen over de 2e Wereldoorlog. De verhalen zijn tot stand gekomen vanuit interviews die Pim Ligtvoet - van het Comité 4-5 mei Slotervaart - heeft gehouden met (oud)bewoners van de polders die nu tezamen Nieuw-West vormen.
Link naar rubriek waar alle verhalen 'Oorlog in West' bij elkaar komen te staan.