Er woonden allemaal jonge mensen die overal vandaan kwamen, en die op elkaars kinderen pasten; een Eldorado. Als je op Goeree Overflakkee geboren bent, is het vreemd om in zo’n grote stad te komen wonen, wat een verschillen: de trams, de bussen, de mensen, de kleding én hier liepen zij niet op klompen!
Er was overal zand, de straten waren nog lang niet klaar, ons hele huisraad moest naar binnengedragen worden, de verhuiswagen kon echt niet tot vóór de deur komen.
In 1955 werd Peter geboren en André volgde in 1960. De drie jongens genoten zo van het buiten spelen, toen reden er nog weinig auto’s.
Jan sr. werkte bij Berghaus - Dames en Kindermantels - als boekhouder, het waren wel lange weken omdat er ook op zaterdag gewerkt moest worden. En met Nieuwjaar naar de Stadsschouwburg naar de Gijsbrecht van Amstel met Kloris en Roosje, dat was echt een uitje!
De mooiste plek vind ik nog steeds de Sloterplas; één keer was die zo dichtgevroren dat wij met de kinderen erop konden schaatsen, een echt winterfeest was dat. Ook ‘s zomers, met een rubberbootje en een picknickmand gaf het net een vakantiegevoel.
Plein ’40-’45 vind ik het lelijkste plek in de buurt; alle gebouwen zijn saai, de marktkramen zijn allemaal hetzelfde, kleding, kleding, kleding… Vroeger was er nog van alles wat, een markt waar iedereen graag kwam, maar nu hoor ik er veel negatieve berichten over, best jammer.
Al ben ik 85 jaar, ik hou nog van zoveel dingen; ik reis veel met mijn kinderen, vaak ga ik met vriendinnen naar de bioscoop, shoppen of aan een excursie meedoen. Ik ben ook zeer betrokken bij de kerk, de bloemen verzorg ik iedere week en als er een braderie is, ben ik bezig met de organisatie, heel erg leuk allemaal.Op het Cornelis van Rijplantsoen woon ik sinds 2003, ik geniet volop van het uitzicht: op mijn balkon lekker in de zon zittend met een krant of een boek. Zo hoop ik nog lang en volop van Nieuw-West te mogen genieten.