De straat stond vol met paard en wagens van de vodden en schillen boeren, er kwamen glazenwassers, straatventers, muzikanten en orgeldraaiers. Dolf liep met koffie en soep in de Jan Evertsenstraat.
De muzikanten zetten vaak hun accordion met mondharmonica in de gang. Een enkele keer deed men een beetje mosterd op de mondharmonica en voordat de muzikant dan wegging, vroegen de klanten natuurlijk nog om een deuntje.
In de oorlog zat Dolf vanuit het koffiehuis in het verzet. Lees ook: Het koffiehuis van Nol.
Na de oorlog nam Hennie (de zoon) de zaak over, daarbij sliepen we achter in het koffiehuis.
Hennie liep met grote bladen koffie over de Vespuccimarkt en als hij langs Jan Visser (gordijnen) kwam, werd wel eens zijn stropdas afgeknipt, maar Hennie moest door lopen, anders werd de koffie koud.
Elke dag waren er de visboeren zoals Esteje en Toxie. En daarbij waren Kruining (kaas), Joop Pot (fruit) en Peter Witkamp samen met Hennie op de markt vaak aan het dollen met de vrouwtjes.
We kregen een grote winkel op de markt; dat was Stuivershoek, daar kon je op afbetaling kopen. Bij strenge winters moest men van de Gemeente sneeuwruimen, anders kreeg je geen uitkering.
's Avonds werden de stallen afgebroken door Henk Smid, Jan Splinter en Cor (deze was al 35 jaar op de markt). We hebben de gouwe tijd gezien van de markt en ook de aftakeling.
Helaas Hennie is in ’t jaar 2000 overleden.
Kleindochter Lilian van Nol