In de Grianestraat schoppen twee knaapjes van een jaar of 10, een blonde en een donkere, een versleten voetbal heen en weer tot de donkere blijkbaar besluit tot een echter partijtje. Hij zegt: ‘wie wil jij zijn?’. De ander antwoordt: ‘Barça natuurlijk.’
De donkere denkt even na en zegt dan: ‘Nee, jij kan geen Barça zijn, want dat was je gisteren ook al. Wil je anders Real zijn dan was jij Ronaldo.’ De blonde buigt het hoofd en schikt zich in zijn voetballot. Ja, het is waar, gisteren was hij ook al Barça, maar ja, ze zijn zo goed.
De donkere voelt dat hij al voor het begin een voorsprong heeft. ‘Dan was ik Messi en het is de finale van de Champions League. Heb je die schot van hem gezien?’ Hij wipt nu een aantal keer met zijn voet de bal op. Klaar voor de strijd. De portieken doen dienst als doeltjes.
Voorzichtig als een onopvallende grensrechter (ik wil niet het spel beïnvloeden) loop ik langs de stoeprand verder. Op naar de vis. En ik denk: ook al is inmiddels FIFA 4 te koop voor de Playstation, er gaat niets boven een straat, een bal en een paar portieken. Just like old times, inclusief die geweldige taalverbeelding ‘en dan was jij die’.