Vanaf het bruggetje over de Allendelaan kan ik ‘m al bijna zien.
Ik ben op de fiets onderweg naar m’n tandarts in Osdorp. Mijn Youssouf — je krijgt op een of andere manier toch een band met zo’n bekkentrekker — gaat vandaag de laatste twee oude amalgaamvullingen vervangen door witte plakkaatjes. Minder giftig en een mooiere aanblik bij een schaterlach.
Terug naar de brug en het Sloterpark.
Een paar pedaalslagen later zie ik ‘m in volle glorie. Hij oogt als een eruptief uitgegroeide middenstip van het voetbalveld eromheen. Bovenop het voor mij ondefinieerbare metalen kunstwerk van Wessel Couzijn. Op dit moment geen plaatselijke oranjehelden en dus ben ik alleen met hem en met mijn ontzagwekkende herinneringen aan hem.
In mijn sportieve toptijd als korfballer van Rohda te Ookmeer werden wij veelvuldig door onze toenmalige trainer en ex-international, wijlen Cees van Lunteren, meegenomen naar deze plek voor wat hij noemde ‘het benodigde conditiewerk’. Na eerst een leuk ontspannen tikspelletje met of zonder bal werden we vriendelijk doch dringend verzocht aan de ene kant ‘de puist’ in volle sprint te beklimmen, aan de andere kant weer naar beneden en (godzijdank) in rustige looppas eromheen terug naar het begin. Maar dat dan wel tíen keer. Geen tijd om even rustig op de top te genieten van het uitzicht over de Zuidoever van de Sloterplas.
Wat heb ik die simpele berg grond vervloekt. Toch heeft die pukkel iets. Net als de duinen. Adembenemende aantrekkingskracht. Je moet er tegenop. Je wilt ‘m bedwingen.
Maar vandaag even niet en dus trap ik opgelucht verder. Laat de tandarts maar komen.
De hele serie verhalen van Ruud's Rondje komt hier te staan: Ruud's Rondje
Gepubliceerd: 15 juli 2006