Het is Kerst 2008 en Ome Louis is overleden. Ome Louis, dat was ie voor ons toen we zo’n jaar of 15 waren en eigenlijk tot op de dag van vandaag. Voorzitter van de Adco, de adspirantencommissie zoals dat vroeger heette, bij Rohda. U weet wel, die al ruim 85 jaar oude korfbalclub aan de Willinklaan op Ookmeer. Daarna een paar jaar voorzitter van de hele club. Een bijzonderheid, want hij heeft nooit een bal in zijn handen gehouden, laat staan getracht die door een korf te gooien.
Louis Bouwer (1928) kwam in mei 1951 vanuit Nederlands Indië naar Nederland en heeft een groot deel van zijn leven in de Antonie Moddermanstraat in Geuzenveld gewoond.
Een ernstig ogende, multisociale man, die geregeld in een onbedaarlijke schaterlach kon uitbarsten. Maar ook iemand waarmee je niet moest sollen. En af en toe sollen met trainers, coaches en bestuursleden deed je als puber ook in de 70-er jaren. Zijn voorhoofd verfronste dan en met zijn donkere sonore stem sprak hij ons met zijn kenmerkend omfloerst, toch onmiskenbaar duidelijk, taalgebruik toe: ‘Zeg heren, het lijkt mij niet de bedoeling om op deze wijze met elkaar om te gaan.’ Toen wij een keer door hem werden terechtgewezen gaf een van mijn vrienden een lollig bedoeld antwoord op een retorische vraag van Ome Louis. Wat de bedeling is van een ‘retorische vraag’ is sindsdien voor mij onlosmakelijk met Ome Louis verbonden.
Ome Louis ging ook altijd als leiding mee met vakantiekampen die vanuit de vereniging werden georganiseerd. U moet dan denken aan witte tenten met houten palen, (avond)spelletjes als ‘het dierenspel’ middenin het bos, en een eettent met lange tafels waarop uit enorme metalen gamellen ‘gerechten’ als watergruwel werden geserveerd. Na afloop werden liederen gezongen, zoals ‘Van voor naar achter van links naar rechts’ (ook nu nog bekend) en ‘O Berner Oberland’.
Een van de coupletten van de laatste kende de tekst: ‘Ome Louis die is verzot op dikke vellen, dikke vellen, dikke vellen. Ome Louis die is verzot op dikken vellen, het is een heel bijzondre man, twee, drie, vier. O Berner Oberland, Berner Oberland is schön ja schön. O Berner Oberland etc.’ Ik heb hem nooit kunnen betrappen op het eten van vellen, bijvoorbeeld van de warme vla die we als toetje kregen.
Gepubliceerd: 19 januari 2009
In 2007 wilde ik hem voor het Geheugen van West interviewen, met foto’s en verhalen van vroeger. Hij was laaiend enthousiast, zou op zoek gaan naar foto’s, maar werd kort daarna ziek en heeft het verloren van die ziekte. Met dit postume stukje wil ik deze bijzondere man op deze plek alsnog de ereplaats geven die ik hem had toebedacht. Ruud van Koert