Van www.dichtbij.nl d.d. 12 maart 2013:
In Geuzenveld ligt naast het Lambertus Zijlplein, het hart van de Amsterdamse wijk, een verborgen parel: de Bakemabuurt. Een buurt die door architect Jaap Bakema weldoordacht is ontworpen in de jaren '50.
De toekomst van de buurt is onduidelijk, misschien wordt het ooit een 'vrije culturele zone', waar de huidige bewoners, studenten, kunstenaars, ondernemers en andere pioniers nieuw leven blazen in de bestaande gebouwen en het openbare groen?
De verborgen parel van Geuzenveld
De Bakemabuurt
Okko Steensma: "In de afgelopen jaren hebben er wat renovaties plaatsgevonden. De buurt heeft een metamorfose ondergaan maar we zijn er echter nog niet. Er staan nog woningen op de slooplijst en er liggen nog mooie plannen."
"Ik heb van 1957 tot en met 1967 in deze buurt gewoond en wel in de Dirk Sonoystraat en heb er een heel plezierige jeugd beleefd. In mijn beleving werd er in die tijd niet gepraat over de ‘Bakemabuurt’, althans ik kan mij niet herinneren dat er door de bewoners over architectuur werd gesproken, laat staan dat men de buurt als parel typeerde. De nieuw opgeleverde woningen in de tuinsteden waren puur functioneel voor de tamelijk grote gezinnen die er woonden en het bijkomend voordeel was natuurlijk het gemak van een douche. Maar voor veel bewoners was het in de beginperiode van deze buurt niet altijd een feest om in deze nieuwe woningen te mogen wonen. Er deden zich nogal wat gebreken voor. Er was sprake van zwakke muren, wateroverlast, tocht en andere gebreken.
Een artikel uit De Waarheid uit 19-12-1960 vermeld met grote letters dat er in Geuzenveld erbarmelijk werd gebouwd en dat er ingrijpende maatregelen nodig waren.
Het was de tijd dat op de galerijen van de maisonnette woningen aan de Sam van Houtenstraat en Dr. H. Colijnstraat, nog de zogenaamde droogruimten waren gevestigd. Deze ruimten, ooit bedoeld voor moeder de vrouw om de wekelijkse was te kunnen laten drogen, werden in het artikel ‘verveloze drooghokken’ genoemd. In 1964 vond dan ook de eerste renovatie plaats waarin ondermeer de droogruimten werden vervangen door woningen en een trappenhuis aan de achterzijde van de Dr. H. Colijnstraat werd verplaatst naar de zijde van de Sam van Houtenstraat.
Ik kan mij als kleine jongen nog herinneren dat wanneer mijn vader ooit een schilderijtje wilde ophangen en een gaatje in de betonnen muur probeerde te maken met zijn handboormachine, werd het gat altijd onbedoeld groter. Als je geen boormachine had dan ramde je een spijker in de muur. Vaak zorgde dit voor het afbrokkelen van het beton. Er gaat ook een verhaal dat ik met mijn hoofd tegen de muur aan rende en dat er hierna een deuk in de wand zat, maar of dit waar is weet ik niet meer."
"Dat er nu in de 21e eeuw zo over de architecten van weleer en hun erfgoed wordt gesproken en geschreven is natuurlijk heel goed voor te stellen. Er is in die tijd goed over nagedacht. Helaas waren de woningen kwalitatief niet zo goed als dat de plannen uitdroegen."
Gepubliceerd: 16 oktober 2013
707 keer bekeken