Toen we een half uur later uit de bus stapten ter hoogte van het CBR bij de dr. H. Colijnstraat zagen we in de verte de blauwe zwaailichten zich scherp aftekenen tegen de donkere avondlucht. Hoe meer we in de buurt van onze wijk kwamen hoe meer drukte, lawaai en bedrijvigheid er zichtbaar werd. Er stonden diverse brandweerwagens op de straat en op de stoep voor de flat in de dr. H. Colijnstraat tegenover de Sionskerk. Ook lagen er overal slangen. Ik zag dat er brandweerlieden liepen op de 2e etage van de flat. Even later liepen we via de zijkant van de flat via de Sam van Houtenstraat naar de achterkant om zo binnendoor langs Het Friese Rijwielhuis? en door de Johan Kuyckstraat naar ons huis in de Dirk Sonoystraat te kunnen lopen. Aan de achterkant zagen we grote rookwolken uit de woonverdieping van een woning komen welke zich naast het oude en in dat zelfde jaar verwijderde trappenhuis bevond. De bovengelegen slaapverdieping stond nog in brand, althans daar kwam (nog) geen rook uit. Er stond een grote ladderwagen op de plek waar eerst het trappenhuis stond met daarop een brandweerman die de twee verdiepingen aan het blussen was. Gelukkig had er niemand persoonlijk letsel opgelopen. De volgende morgen op school was de brand natuurlijk het onderwerp van de dag. Uiteindelijk bleek het om het ouderlijk huis van een klasgenootje te gaan. Volgens zeggen had haar zusje op school verteld dat ze al haar poppen kwijt was.
Ik moet zeggen dat ik deze gebeurtenis als 11 jarige jongen erg indrukwekkend vond. Te meer omdat er in deze flat een heleboel klasgenootjes woonden. De brand is mij dan ook al die jaren bijgebleven.
Als bijlage heb ik natuurlijk geen foto van de brand maar wel van de betreffende woning en het oude trappenhuis gedateerd uit april 1964, enige maanden voor de brand.
(In de rubriek WEDSTRIJD2006 staan de gepubliceerde verhalen bij elkaar.)