De ene na de andere rage (deel 2)

7 Fans
Geuzenveld

Na een tijdje rust was het weer tijd voor een nieuwe rage.

Van Karnebeekstraat (tijdens de aanleg) gezien in westelijke richting Foto: Beeldbank van hhet Stadsarchief, 1958.

Van Karnebeekstraat (tijdens de aanleg) gezien in westelijke richting Foto: Beeldbank van hhet Stadsarchief, 1958.

Alle rechten voorbehouden

Raketjes
Bij zo’n nieuwe rage zag je de meiden met hun springtouwen of elastieken en liepen sommige jongens ineens weer met raketjes. Dit waren die gekleurde bommetjes waarin je de roze klappertjes kon stoppen. Je gooide hierna het raketje in de lucht waarna het bijna loodrecht naar beneden viel en het pennetje als eerste tegen de grond sloeg, tegen het klappertje aan, en een luide knal was het gevolg. De raketjes en klappertjes haalden we ook bij de feestwinkel in de Van Karnebeekstraat. Mijn raketje is ooit ingenomen door de schooljuf omdat het gevaarlijke ding volgens haar te dicht in haar buurt landde. Ik kon er echt niets aan doen dat de raket vlak bij haar terecht kwam. Later liepen de kinderen weer met stinkbommen. Er was altijd wel iemand die hiervoor een leuke bestemming had, een winkel, een tram of bus of zoals ik later, de middelbare school.

Röntgenbril
Het was ook een leuke bezigheid om de artikelen die in de feestwinkel lagen uitgestald eens goed te bekijken en vooral proberen te lezen wat er op stond. Heel vaak werd het artikel genoemd in het chinees of in een andere moeilijke taal. Er lagen natuurlijk de bekende artikelen als jeukpoeder, niespoeder, zeepsnoepjes, het Wybert doosje waarvan de persoon die het opende een schok kreeg, de sigaret die zogenaamd brandde, altijd leuk voor op het tafelkleed, de kunstvlieg die in de frisdank dreef, de kunstdrol, de verdwijn inkt, het bordenwippertje, het scheetkussen, de bril die zogenaamd door kleding heen kon kijken. Alleen het plaatje al, op het verpakkingsdoosje van deze bril werkte op onze lachspieren. Het was een tekening van een mannetje dat kwijlend en zwetend door die gekke bril zat te kijken naar een meisje, wat verschrikt en boos opkeek en haar kledingstukken afdekte met haar handen. De bril werkte natuurlijk voor geen meter maar dat heb ik nooit uitgeprobeerd hoor. De bril was mij te duur. Ik kocht liever wat anders. Met mijn vader kocht ik ieder jaar een vuurwerkpakket in de feestwinkel. Heel vaak was mijn vuurwerk al voor oud en nieuw op en moest ik opnieuw een pakket halen.

Naar deel 1 van dit verhaal.

Alle rechten voorbehouden

704 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Okko Steensma

De badminton rage op het Groenpad

Eind jaren 60 werd er door de Osdorpse jeugd op het Groenpad regelmatig aan badmintonnen gedaan. Ik herinner mij het nog goed, het was een echte rage, net zoals de meisjes gingen touwtje springen of elastieken en de jongens voetbalden op straat of in de tuin, was het nu de tijd voor badmintonnen. Door de meesten van ons jongeren ook wel “tennissen” genoemd. Ik woonde in die jaren met mijn familie op het Groenpad en beschouwde het badmintonnen als een leuke sportieve bezigheid. Het badmintonnen vond meestal plaats op het grasveldje op de Witte Klok (achterkant van het Groenpad). Er deden nogal wat jongeren mee en op een gegeven moment werden er zelfs toernooien georganiseerd. Niet alleen de badmintonners maar ook de badmintonsets werden langzamerhand steeds beter. Werden deze eerst bij de Hema of een speelgoedzaak gekocht, later werd het Switzer Sports. Ook werden er door ons wel professionele shutteltjes gebruikt. Tijdens de toernooien werd er natuurlijk onderscheid gemaakt tussen de jonge en oudere jongeren. Voor de oudere jongeren was het badmintonnen ook een vorm van sociaal contact. i.p.v. elkaar vluchtig gedag zeggen in de straat, communiceerde je nu met je buurjongen/meisje. Ik herinner mij de volgende gezinnen waarvan de kinderen meestal op het “tennisterrein” te vinden waren:  Nyqvist, Struik, Van den Abeele, Polderman, Steensma, Rakers, Niewenhuis, Schouten, Uiterwijk en Wijkhuizen. Ik hoop niet dat ik iemand vergeten ben.

Hilbert

Stinkbommen

Die stinkbommen. Praat me er niet van! Het kwam ooit eens voor dat er, nadat ons trappenhuis weer stankvrij was, verdachte stukjes glas lagen.

(Voor de jongere lezers, de stinkbommen uit die tijd waren kleine flesjes van ongeveer 3 cm met een zwavelachtige vloeistof er in. Deze flesjes trapte of gooide je stuk in bijvoorbeeld de Hema op zaterdag. Wat een plezier had de jeugd destijds.
Ook kon je in de klas natuurlijk je schooltas op zo'n bommetje zetten en dan net doen of je neus bloedt... Jammer dat de conciërge de natte plek onder de schooltas ontdekte.)

Dat er jongelui waren die zo'n bommetje in ons trappenhuis gooiden, vind ik ronduit verwerpelijk. Schande!