De bootjesclub van Wiltzangh

Einde van een tijdperk

Verteller: Gerrit Droste
6 Fans
Bos en Lommer

De speurtocht naar de geschiedenis van Speeltuin Vereniging Wiltzangh in Nieuw-West bracht ons bij Gerrit Droste (76), die zo’n 35 jaar leider is geweest van de bootjesclub bij Wiltzangh. Hij heeft een groot deel meegemaakt van de ruim 58 jaar dat deze Amsterdamse speeltuinvereniging heeft bestaan, en kan daar met enthousiasme over vertellen.

Gerrit Droste en Rosa Posthoorn bekijken attributen van de bootjesclub Bron: foto Jan Hart

Gerrit Droste en Rosa Posthoorn bekijken attributen van de bootjesclub Bron: foto Jan Hart

Alle rechten voorbehouden

Amsterdamse bootjesclubs
Veel Amsterdamse speeltuinen hadden een bootjesclub. De eerste Amsterdamse bootjesclubs werden in de jaren ’20 en ‘30 opgericht. Deze clubs waren gericht op het bouwen van modelboten voor kinderen (en ouders). De verschillende bootjesclubs kwamen een aantal keer per jaar samen om wedstrijden tegen elkaar te houden (botterdagen). Hierbij werden de boten te water gelaten in open water en ging het erom welke boot het snelst aan de overkant was.

De bootjesclub van Speeltuin Vereniging Wiltzangh, opgericht omstreeks 1965, was zeer succesvol. De kleine botenbouwers vielen vaak in de prijzen. Indertijd was de speeltuinopzichter de leider van deze club. Het bouwen van boten werd steeds populairder en veel kinderen uit de buurt sloten zich aan bij de club. Een van die kinderen was Marco, de zoon van Gerrit Droste. Gerrit Droste werd aangestoken door het enthousiasme van zijn zoon en vrouw, en in 1975 werd hij leider van de bootjesclub.

Een klomp met een zeiltje
De bootjesclub kwam eens per week samen in het clubhuis van Wiltzangh. Daar werd geknutseld, gezaagd en geschuurd. Niet alleen door kinderen, ook veel ouders waren actief bij de bootjesclub betrokken en hielpen mee. Er waren twee clubs, een voor de jongere kinderen vanaf 8 jaar en een voor de oudere kinderen vanaf circa 12 jaar. Er was geen bovengrens aan de club verbonden, ook jongvolwassenen waren betrokken bij de club. De bootjesclub trok meer jongens dan meisjes, maar de verhoudingen lagen meestal niet heel ver uit elkaar. De bootjesclub telde per seizoen (lopend van ongeveer september tot mei, afgesloten met de bootjesdagen) ongeveer 10 á 20 leden.

Voorbeelden van 2 bootjes van Wiltzangh Bron: foto Jan hart

Voorbeelden van 2 bootjes van Wiltzangh Bron: foto Jan hart

Alle rechten voorbehouden

De jongere kinderen begonnen met de meest simpele boot: de botter. De botter werd gemaakt van halffabrikaten van klompen. Het Amsterdams Speeltuin Verbond (ASV), waarvan Wiltzangh onderdeel was, had een contract met een klompenmaker. Die leverde tegen een redelijke prijs de half-affe klompen aan Wiltzangh. De oudere kinderen werkten aan andere modellen boten die meer techniek en vaardigheid vereisten. Het ASV leverde de technische tekeningen voor de boten, zodat er met dezelfde bootjes wedstrijden gevaren konden worden. De bootjeclub kostte 7,50 per maand en het lidmaatschap van de speeltuin kostte zo’n 15 euro per jaar. Leden betaalden daarnaast ook een bijdrage voor het materiaal.

Kielen van lood
Bepaalde onderdelen van de boten werden niet gemaakt door de kinderen, maar door de begeleiders. Een voorbeeld hiervan is de loden onderkant die essentieel was om de boten niet te laten kapseizen. Hiervoor hadden de leiders van de club speciale mallen gemaakt. Het lood werd verhit totdat het smolt en vervolgens in de mal gegoten in de exacte vorm voor een bepaald model. De begeleiders verzorgden ook de bevestiging van de zeilen, omdat dit veel precisie vereiste. De zeilen moesten in de juiste hoek afgesteld worden om genoeg wind te kunnen vangen. Als een boot af was dan mocht deze mee naar huis.

De bootjes wedstrijden waren altijd een groot spektakel en ze trokken veel bekijks. Jarenlang werden er wedstrijden gehouden op de Bosbaan en in Amsterdam Noord. Vaak waren wedstrijden regionaal en vonden ook vaak plaats in omliggende gemeenten zoals Zaandam, Spaarnwoude of Almere. Alle deelnemers kregen een vaantje en in het clubhuis van Wiltzangh zijn nog een groot aantal bekers en medailles te vinden.

De wedstrijden op de Bosbaan kenden een lange traditie, zoals dit krantenartikel uit 1952 laat zien. Bron: De Waarheid, 19-5-1952

De wedstrijden op de Bosbaan kenden een lange traditie, zoals dit krantenartikel uit 1952 laat zien. Bron: De Waarheid, 19-5-1952

Alle rechten voorbehouden

Het einde van een tijdperk
Tot 2009 heeft de bootjesclub van Wiltzangh bestaan en meegedaan aan wedstrijden. De laatste jaren liep het ledental terug, niet alleen van de bootjesclub maar van de gehele speeltuinvereniging. Er was weinig animo meer onder de buurtkinderen voor het bouwen van bootjes. Ook de bereidheid van ouders om kinderen naar de wedstrijden te rijden nam sterk af.

De deelraad van de gemeente Amsterdam Nieuw-West vraagt nu aan Wiltzangh om erfpacht te betalen voor het clubhuis. Wiltzangh kan deze geldsom niet opbrengen en sluit daarom nu definitief haar deuren. Gerrit Droste kijkt met enige weemoed, maar vooral ook met veel plezier terug op zijn activiteiten voor Wiltzangh.

Het interview met Geert Droste vond plaats op 12-03-2014.


Eerder verschenen artikelen over Wiltzangh en de bootjesclub:

Speeltuinvereniging Wiltzangh
Een teleurstelling om nooit te vergeten
De Bootjesclub
Gezocht: verhalen over speeltuinvereniging Wiltzangh
Speeltuinvereniging Wiltzangh, het verhaal van de voorzitter

Alle rechten voorbehouden

635 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Frans van Dijk

Dat is apart zeg......

Ik schrijf een reactie m.b.t. de vereniging aan Leo en daarin staat o.a. iets over de bootjesclub waar ik tussen 1965 en 1967 ook "lid" van was. Velen keren aan de waterkant van de Bosbaan gestaan en maar hopen dat de wind er onder kwam. M.a.w ik moet dus Gerrit Drost hebben gekend. hieronder nog een stukje uit een boek over mijn bewogen leven en waar de speeltuinverenigng een belangrijke bijdrage in mijn verdere "vrijwilligersloopbaan"heeft geleverd.
§ 1.0 Vrijwilligerswerk: deel 1 Ik kom ook uit een gezin dat vrijwilligerswerk niet schuwde. Zo waren mijn ouders zeer actief lid van de speeltuinvereniging Wiltzangh. Mijn moeder was daarvan de penningmeester en mijn vader haalde wekelijks of maandelijks de contributie op. En vanaf die tijd zijn mijn broers en ik automatisch ook vrijwilligerswerk gaan doen. Zo kan ik mij herinneren dat mijn eerste daad was om op honderden doosjes lucifers een sticker te lijmen en -ik zie ze, met hun groene opdruk, nog voor me- die toen voor fl. 0,05 per doosje te verkopen, zodat er van dat geld een clubhuis gebouwd kon worden.
Toen dat gebouw er na jaren heb ik daar………….

leren judoën en was ik….. lid van een bootjesclub
Bij de bootjesclub maakte je van een klomp hout een soort “botterachtig” schip die je in eigen kleuren schilderde en daarna plaatste je de mast en zeilen. In Amsterdam waren/zijn er meerdere van die boortjesclubs en daarom werden en worden er nu (2015) nog één keer per jaar op de “Bosbaan” in het Amsterdamse bos wedstrijden gehouden. (zie foto) Toen ik 14 jaar was, was ik al vrijwilliger bij de disco’s. In die jaren 60 waren er nog eens echte winters en achter de speeltuin lag een groot gravelveld voor allerlei speldoeleinden. Dit veld werd dan door verschillende vrijwilligers waar onder Hanno - en omdat ik mocht helpen vond ik best spannend - met een brandslang ’s avonds opgespoten. Na enkele dagen en avonden van opspuiten schaatsen. Omdat er kunstlicht was kon men er ook aan het eind van de middag als het ging schemeren en als het donker werd worden geschaatst.

marcel franken

bootjes club

Ik ben ook lid geweest van deze bootjes club heb toen een beginners boot een botter gebouwd