Crisisopvang tussen de bananen

Spaarndammerbuurt

Eind jaren zeventig woonde ik met mijn kleine dochter op het Zaanhof. De mensen die mij kenden wisten niet beter of ik was een Bewust Ongehuwde Moeder en het paste in de tijdgeest hen niet te corrigeren.

Groentewinkel aan de Knollendamstraat

Groentewinkel aan de Knollendamstraat Door: Stéphanie Vahlkamp

Alle rechten voorbehouden

Ik woonde daar in een klein zolderappartement, met uitzicht op ‘het meest gefotografeerde torentje van Amsterdam’, zoals de stadsfotograaf mij toevertrouwde toen hij eens kwam vragen of hij vanuit mijn huiskamer een foto mocht maken. Sinds een paar jaar woonde ik in de stad; mijn familie woonde diep in Brabant. Ik stond er wel echt alleen voor.

Mijn boodschappen deed ik bij een groentezaak in de buurt. Juister gezegd: bij een kleine buurtsuper met accent op groenten en fruit. Iedere dag, op de terugweg van de crèche naar huis, tilde ik daar mijn dochter uit het fietsstoeltje. Ik kwam er zó vaak, ik kocht er zó veel, mijn dochtertje was zó ontwapenend in haar sociale contact, dat ik al snel met de aardige winkelier en zijn vrouw over veel meer sprak dan alleen over Wat zullen we eten. Het duurde niet lang of de groenteboer werd door ons Groentepiet genoemd; mijn dochter had zijn voornaam liefkozend aan zijn vak gekoppeld.

Groentepiet was mijn redding in die buurt, waar ik, buiten een enkel oppasmeisje, niemand kende. Ik betaalde hem voor sinaasappels en wc-papier, voor spinazie, bleekmiddel en pap, maar het waren de aandacht en het contact die mij zijn vaste klant maakten. Groentepiet verwende ons met lekkere extraatjes. Hij was een zorgzame opa als hij mijn kraaiende dochter de lucht in tilde om haar terug op de fiets te zetten, hij was een wijze vader als hij zijn luisterend oor aan mijn verhalen leende, hij was een galante heer als hij de overvolle tassen aan mijn fietsstuur hing. Groentepiet was de man van ons leven.

Op zeker moment verkasten wij de buurt uit, naar een groter huis in Oost, waar wij alweer niemand kenden. Wij misten onze stamzaak. Jaren later kwamen wij de vrouw van Groentepiet nog eens tegen, toen zij op de kinderopvang van mijn dochter werkte. Maar, zonder haar man erbij en zonder het altijd kruidig geurende decor waarin mijn schildersoog voortdurend stillevens had gezien, stonden wij al gauw met onze mond vol tanden.

Groentepiet was inmiddels gestopt met de winkel. Het was ondoenlijk geworden, met al die grote supermarkten. Misschien hoefde het voor hem ook niet meer zo nodig, na al die tijd. Had het winkelbestaan iets van zijn glans verloren. Of, - wilde hij niet nog eens een kraaiend kleintje moeten missen, als haar naar aanspraak snakkende Bom-moeder zo gek was de buurt uit te gaan?

Alle rechten voorbehouden

600 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Uitzicht op het meest gefotografeerde torentje van Amsterdam

Uitzicht op het meest gefotografeerde torentje van Amsterdam Door: Stephanie Vahlkamp

Alle rechten voorbehouden

Geen reacties

Voeg je reactie toe