Mehmet Kara, de eigenaar, is stug, hij wil niet veel kwijt. "Vraag het maar aan mijn broer, die houdt van praten." Dat doen we. Mehmet's broer Ali heeft een soortgelijke winkel in levensmiddelen in De Clercqstraat, die hij begon nadat hij bij zijn broer gewerkt had.
Goede jaren
Mehmet begon de winkel in de Frederik Hendrikstraat 75 in 1989. Ali kwam in eerste instantie naar Nederland voor een vakantie, maar bleef langer dan het plan was en ging uiteindelijk bij zijn broer werken. Van 1998 tot 2005 runde hij de zaak, zijn broer bleef op de achtergrond. Hij had geen ervaring met het drijven van een winkel en leerde zichzelf bijvoorbeeld hoe je een Turkse pizza bakt. Binnen een half jaar leerde hij Nederlands. In zijn vrije tijd volgde hij cursussen. De zaak in de Frederik Hendrikstraat liep goed. "Dat waren goede jaren: in die straat zijn vele voorbijgangers, het was een mooie plek. Er was wel een Konmar een paar huizen verder, die werd later de Edah, maar die ging om zes uur ‘s avonds dicht. Dan was ik nog een uur of anderhalf open." Zijn klanten waren een gemengde groep: Nederlanders en anderen. Hij verkocht een aantal typisch Turkse producten in blik naast verse groenten, noten, kruiden en vlees, maar dat veranderde in de loop der tijd. "Het is toch normaal dat het assortiment steeds verandert. Dat is deel van het winkelier zijn, inspelen op veranderingen", zegt hij. Er kwamen meer verse kazen bij, verschillende paddestoelen. Met de uitbreiding kon de veeleisende tweeverdiener worden bediend. "De winkel was bijzonder, ik was niet alleen maar een winkelier. Mensen kwamen om een praatje te maken, koffie te drinken, ik hielp anderen. Mensen kwamen bij mij thuis en ik hield er veel vrienden aan over." Hij dreef de winkel met zijn vrouw en had af en toe stagiaires in dienst. Je kon er als vaste klant rustig je portemonnee vergeten en later betalen en er werd voordelig afgerond.
Een eigen zaak
In 2005 wilde zijn broer Mehmet weer zelf in de zaak staan en Ali nam een paar jaar vrijaf. Toch moest er weer gewerkt worden en hij huurt sinds 2007 de zaak in de De Clercqstraat, op een halve kilometer van de winkel van zijn broer. Als we vragen of we een foto mogen maken van hem en zijn winkel, loopt hij naar achter en verwisselt hij zijn bodywarmer voor een slagersjas. Deze winkel, genaamd Slagerij Tuana, verkoopt levensmiddelen, en drijft hij primair alleen, zijn vrouw springt bij als dat nodig is en als ze kan. Ze hebben nu kinderen. Maar de situatie is veranderd en zijn plek in de deze straat is minder gunstig dan die van zijn broer. "Hier lopen minder mensen langs en de Ten Kate markt is dichtbij, daar gaan mensen vaak heen. Het kost tijd om een buurtwinkel op te bouwen, je moet vertrouwen winnen", zegt hij. "De Albert Heijn was vroeger duurder en ze is nu veel langer open. De Dirk en Albert Heijn verkopen ook Turkse producten. De Albert Heijn is 200 meter verder op de hoek van de Bilderdijkstraat en de De Clercqstraat. Ook is de huur van deze winkel het dubbele van die in de Frederik Hendrikstraat. Hier betaal ik 1500 euro per maand."
Opheffing
De winkel van Mehmet in de Frederik Hendrikstraat wordt eind november opgeheven, de verhuurder wil renoveren en daarna zal de huur omhoog gaan. De winkel brengt echter niet meer genoeg op. De AH is bijna naast hem en tegenover is een soortgelijke winkel als de zijne gekomen. Mehmet heeft de producten in zijn winkel nog meer uitgebreid en aangepast aan de nieuwe smaak: veel kant- en klaar producten, lekkere hapjes als gevulde paprika of gevulde pepers, vele verse kazen en olijven. Het is bijna een delicatessenwinkel wat dat betreft. Er zijn Indiase broden en Italiaanse specialiteiten. Maar het is niet genoeg. Op de vraag wat hij gaat doen, haalt hij de schouders op: "ik ga slapen en ik zie wel wat de toekomst brengt." Op de foto wil hij niet, daarom nemen we zijn assistent Osman op. De trouwe klanten kopen ondertussen voor spotprijzen de winkel leeg.