Herinneringen van een 'oudgediende' Diender (12)

Verteller: Barteld Plenter
7 Fans
Amsterdam
Nieuwendijk Foto: Beeldbank van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam, omstreeks 1965

Nieuwendijk Foto: Beeldbank van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam, omstreeks 1965

Alle rechten voorbehouden

Een ander voorval (zie ook deel 11) dat ik me kan herinneren en waar ik me niet lekker bij voelde deed zich voor tijdens een dienst aan het bureau Warmoesstraat

In die tijd liepen er tussen De Dam en de Haarlemmersluis op de Nieuwendijk vier agenten op patrouille. Het waren 2 dubbelposten, de posten Nieuwendijk 1 en 2 en we liepen die dienst tussen 20.00 en 02.00 uur. Op de Zeedijk was dat trouwens evenzo het geval, dus daar ook 2x2 voetposten. Tijdens een dienst, ik dacht op een zaterdagavond want het was behoorlijk druk op straat, werd ik samen met Gerrit Lenting, een uit Groningen afkomstige collega, belast met de Post Nieuwendijk 1, die liep van de Nieuwe Brugsteeg tot aan de Haarlemmersluis.
Nu stond er destijds in de Algemene Politie Verordening van de Gemeente Amsterdam een artikel waarin het verboden was om de vensterbanken van de winkels op de Nieuwendijk onder andere, als zitplaats te gebruiken. Tijdens onze tocht richting Haarlemmersluis zagen we dat er een “snoodaard“ dit verbod overtrad. Gerrit deelde de man mee dat dit verboden was (wat de man best wel wist) en dat hij dit diende laten, waarop de man zijn achterwerk oplichtte en ons lachend groette, waarna wij op onze beurt de weg vervolgden. Gerrit verteld mij dat hij de man wel kende en dat het er een was die enigszins met succes de boksport beoefende. Het was de in Amsterdam-noord woonachtige welbekende Cockie van der Z.
Ik had wel eens van de man gehoord evenals van zijn broer Heintje van der Z, eveneens een bekende bokser, zij het in een andere gewichtsklasse. Na enige tijd namen we terugreis aan richting Nieuwe Brugsteeg. Tot onze verbazing had van der Z. wéér of eigenlijk nog steeds de vensterbank als zitplaats in gebruik en zat ons triomfantelijk en uitdagend lachend aan te kijken. Na nogmaals Cockie gesommeerd te hebben van de vensterbank af te gaan, wat hij weigerde, werd hem medegedeeld dat hij was aangehouden en dat hij mee moest naar het bureau Warmoesstraat. Uiteraard tegen zijn zin en na gebruik van enig “politioneel” geweld onzerzijds (Gerrit was ook een nogal potige diender) werd van der Z. geboeid en onder boe-geroep van de te hoop gelopen omstanders overgebracht naar het bureau en daar gepresenteerd aan de wacht-commandant. Dit betrof één der sterkste brigadiers van de Amsterdamse politie en Nederlands politiekampioen kogelstoten. Terwijl wij Van der Z. allebei vasthielden met zijn handen op de rug omdat hij nog altijd niet tot bedaren was gekomen, vond de wachtcommandant het nodig Van der Z. een paar klappen met de gummistok te geven, onder de opmerking: ”Zo jongen, wilde jij het mijn dienders lastig maken?“. Wij hebben beiden Van der Z. toen maar losgemaakt en in de wachtkamer plaats laten nemen. Daarop hebben we de wachtcommandant terzijde genomen en even een hartig woordje met hem gesproken. We vonden dat het absoluut niet kon wat hij had gedaan, maar dat we graag bereid waren om Cockie alsnog weer naar binnen te halen en hem even met hem alleen te laten om het uit te praten. Ondanks zijn flinke voorkomen zag hij daar toch maar wijselijk vanaf.
Het spreekt vanzelf dat er tegen Van der Z. geen proces-verbaal is opgemaakt. En er is gelukkig voor de wachtcommandant, ook geen klacht tegen hem ingediend door Van der Z. want ook hier hadden we onder ede moeten getuigen tégen deze actie van de politie, mocht het voor de rechter gekomen zijn…. Hoe “oncollegiaal” het ook lijkt te zijn, we waren en zijn er als politiemensen om de rechtsgang te beschermen en dat geldt voor beide kanten van het bureau, erbuiten EN erbinnen.

Gepubliceerd: 12 augustus 2008

Lees ook de andere verhalen van deze diender.

Alle rechten voorbehouden

1625 keer bekeken

2 reacties

Voeg je reactie toe
Bezoeker

Rooie Gerrit

Zeg Rutgers niet om het een of het ander , maar dit riekt naar S.M. Als je iemand later een fijne kerel gaat noemen die ooit je bibs bont en blauw heeft geslagen dan was het klaarblijkelijk toch genieten toendertijd.

Dat zie je wel meer bij bv leraren die krijgen achteraf ook zoveel waardering ondanks dat ze hun vroegere leerlingen geestelijk of lichamelijk hebben afgetuigd.

Vreemd verschijnsel toch wel.

Rutgers

Rooie Gerrit met de jatjes

Uit mijn wilde jaren, herinner ik mij een agent Gerrit met een behoorlijk fors postuur en kolenschoppen van handen. Wij noemden hem rooie Gerrit met de jatjes. Hij heeft mij ooit op de Nieuwendijk over de knie gelegd en met zijn bepaald niet kleine handen een behoorlijk pak op de broek gegeven. Let wel ik was toen 18 jaar en over de twee meter en beslist niet voor een kleintje vervaard, maar tegen Gerrit moest ik het afleggen. Toch vonden wij het een fijne kerel, je kon wel met hem lachen.