Geen bekeuring
Er was een bewoonster van één van de woningen aan de Colijnstraat bezig haar kleedjes uit te kloppen, wat in mijn ogen een doodnormale zaak was, mijn eigen vrouw deed het ook. Deze vrouw schrok echter heel erg van mijn verschijning, trok wit weg en vroeg mij bibberend haar a.u.b. geen bekeuring te geven.
In de APV (Algemene Politie Verordening) van Amsterdam stond namelijk (en staat er nu nog volgens mij) dat er na 09.00 uur geen matten mogen worden geklopt aan de openbare weg. Deze vrouw was afkomstig uit de Jordaan en had daar al eens een bekeuring gehad voor een dergelijk feit. Ik heb de vrouw gerustgesteld en gezegd dat IK daar niet tegen op zou treden in Geuzenveld, maar dat zoiets op de Lindengracht, waar de markt was (o.a. met levensmiddelen), een andere zaak was. U begrijpt dat deze vrouw erg opgelucht was en zingend haar werk daarna voortzette.
Wel een bekeuring
Als U nu mocht denken dat ik nooit een bekeuring gaf heeft U het mis.
Als er b.v. een automobilist de euvele moed had om vlak VOOR een oversteekplaats te parkeren was deze voor mij, om de volgende reden;
Ik was er ooit eens ooggetuige van (als burger) dat een vrouw met kinderwagen door een automobilist werd aangereden op een zebrapad (Plein ’40-’45). Het zicht werd door deze automobilist zo erg belemmerd door een wagen die vlak voor de oversteekplaats was geparkeerd dat dit wel moést gebeuren, ik zie het kleine kind nog over straat rollen, naar later bleek gelukkig zonder noemenswaardig letsel.
Maar dit voorval had een zodanige ernstige indruk op me gemaakt dat ik geen geparkeerde wagen op minder dan 10 meter van een oversteekplaats moest zien staan, ik zat dan al een bon te schrijven nog voor de pitwagen stilstond.
Brandkast op wielen
Een andere en gelukkig leukere ervaring speelde zich af in de nachtdienst. Ik reed samen met mijn maat Pieter de Koff (later omroeper aan het HB), in de pitwagen over de Bos en Lommer ter hoogte van C & A (de Coentunnelweg bestond toen nog niet).
We zagen een personenauto met de uitlaat vonkend over straat slepend vanaf de Multatuliweg het Bos en Lommerplein oprijden richting Hoofdweg. Nadat we deze wagen eindelijk na een achtervolging op de Postjesweg tot stilstand hadden gekregen, bleek de oorzaak van de slepende uitlaat een zware brandkast te zijn die in de kofferbak van de auto lag. Op onze vraag waar die safe vandaan kwam, werd in onvervalst plat Amsterdams geantwoord dat deze brandkast (op wielen) stond te liften, de arme stakker, en dat ze hem toen maar hadden meegenomen.
Uiteraard hebben we de drie mannen, inzittenden van de auto, opgebracht naar het bureau “Lodewijk”. Daar werd al snel duidelijk dat de drie een inbraak hadden gepleegd in het Westelijk havengebied. Het verhaal heeft nog een leuk staartje, want de drie daders kregen in het bureau onderling ook nog eens een hoogoplopende ruzie, het bleek nl. dat één van de heren een rol Koopzegels van De Coöp bij zich had. Waarbij de ene de man laaiend toebeet dat “hij nog zo had gezegd deze zegels niet mee te nemen verdomme, en ze daarom nou ook voor díe inbraak de klos zijn”.
Het bleek dat ze bij de Coöperatie bij de Markthallen ook hadden ingebroken maar daar onvoldoende buit hadden gemaakt en daarom maar waren doorgereden naar het Havengebied.
Gepubliceerd: 3 juli 2008