Ten eerste mocht ik er graag naar kijken en ten tweede kon je ook zo lekker op die machines klimmen als de werkmannen er niet bijwaren. Ik kwam dus wel eens met olie aan mijn kleren thuis. Op een gegeven moment werd de dijk doorgesneden en werd er een voet- en fietspad aangelegd tussen het Lambertus Zijlplein en de Dirk Sonoystraat.
Zowel ik als mijn jongere broers en vele andere kinderen hebben in die tijd heel wat op die dijken geravot, Of het nu zomer was of winter, het maakte niet uit. We groeven in het zand, we gingen met de step of fiets omhoog en weer naar beneden, we gingen vliegeren of fikkie steken. In de winter gleden of sleden we naar beneden. Later toen de dijk bebost werd renden we door de bosjes en speelden verstoppertje. Het was een heerlijke tijd. In de jaren 70 is deze dijk overigens geasfalteerd en de Abraham Kuiperlaan geworden.
Het zal denk ik eind jaren 50 of begin 60 geweest zijn, ik weet het niet precies meer, toen er een aanvang werd gemaakt met de aanleg van de rolschaatsenbaan in de Jan van Duivenvoordestraat en wel tegen het dijklichaam aan. De rolschaatsenbaan was eigenlijk bedoeld als basketbalveld, zoals later de baskets (overigens zonder netje) en de belijning aangaven. Maar door dat er in die tijd veel werd gerolschaatst en nauwelijks werd gebasketbald werd de naam rolschaatsenbaan er door ons aan gegeven. De stratenmakers begonnen de werkzaamheden met rijen klinkers neer te leggen op een heel vlak zandbed, volgens een versprongen patroon. Na schooltijd waren vele kinderen, waaronder ik, op het terrein aanwezig om de stenen, net zoals de straatmakers dat deden, neer te leggen. Het was heel leuk werk en we dachten hiermee de aanleg van de baan te kunnen versnellen. Uiteindelijk werd er een laag asfalt op de klinkers gelegd, baskets en belijning aangebracht en werden er bankjes en een waterdrink voorzienig aangebracht. Dit was m.i. zijn tijd ver vooruit.
Aan de noordkant van de rolschaatsenbaan werd een zandbak gemaakt voor de kleinere kinderen.
Ik heb weleens gezegd tegen onze kinderen als ze zich liepen te vervelen: ‘ Wij hadden vroeger geen hangplekken nodig. Wij speelden op de dijk of op de rolschaatsenbaan’.