In het laatste kwart van de 19e eeuw werden op vele plaatsen in Nederland nieuwe tramlijnen aangelegd. Voor het lokale vervoer tussen het dorp en de stad Amsterdam werd een tramlijn aangelegd. In Amsterdam was na de eerste paardentramlijn sinds 1875 een heel netwerk aan lijnen ontstaan, onder andere met een lijn naar het Haarlemmerplein in 1879.
Stoomtram
In 1881 vertrok ook de eerste stoomtram, van Amsterdam naar het Gooi, en de tweede stoomtramlijn vanuit Amsterdam werd de verbinding naar Sloterdijk, die een jaar later ging rijden. Op 22 augustus 1882 startte de stoomtramdienst vanaf het Nassauplein via de Haarlemmerweg tot bij het dorp Sloterdijk. De lijn was enkelsporig aan de noordkant van de weg, langs het water van de trekvaart aangelegd. De exploitatie werd verzorgd door de C.V. Stooomtram-Maatschappij Amsterdam – Sloterdijk.
Paardentram
De stoomtractie was geen succes en al zes jaar later, op 8 mei 1888, werd de stoomtram door een paardentram vervangen. In 1892 werd de exploitatie overgenomen door de (Tweede) Noord-Hollandsche Tramweg-Maatschappij, die in 1888 een stoomtramdienst van Amsterdam-Noord naar Edam was gestart. Ook in 1892 werd de paardentram verlengd over de Singelgracht naar het Haarlemmerplein, waar aansluiting werd verkregen op de paardentramlijnen van de Amsterdamse Omnibus-Maatschappij (AOM).
Gemeentetram
Per 25 oktober 1905 werd de dienst naar Sloterdijk overgenomen door de in 1900 opgerichte Gemeentetram Amsterdam. Tussen 1900 en 1906 werd het hele toen bestaande paardentramnet geëlektrificeerd, behalve de lijn naar Sloterdijk, die pas in 1916 aan de beurt kwam. Vanaf 1906 was het eindpunt ook weer op het Nassauplein, waar kon worden overgestapt op de elektrische tramlijn 5, die van de Spaarndammerbuurt, via het Haarlemmerplein, richting het Centraal Station en verder reed. De lijn naar Sloterdijk was tevens de laatste paardentramlijn die door de Gemeentetram Amsterdam werd geëxploiteerd, totdat per 1 januari 1921 door annexatie van de gemeente Sloten de paardentram naar Sloten in handen van de gemeente Amsterdam kwam. Toen was de tram naar Sloterdijk ook geen interlokale lijn meer, omdat deze nu geheel binnen Amsterdam kwam te liggen.
Elektrische tram
Toen per 4 augustus 1916 de elektrische tram van de Gemeentram naar Sloterdijk ging, kreeg deze het lijnnummer 12 (lijnkleur geel-rood verticaal). De lijn kreeg ook meer wisselplaatsen, terwijl het deel tussen Nassauplein en Van Hallstraat dubbelsporig werd. Daardoor kon met een hogere frequentie dan voorheen worden gereden. Tot 28 september 1922 bleef lijn 12 naar Sloterdijk rijden, daarna nam lijn 18 (lijnkleur blauw-wit verticaal) het over. Deze lijn verbond toen Sloterdijk via de Haarlemmerweg, Haarlemmerdijk- en straat, Centraal Station en Prins Hendrikkade met het Mariniersplein op Kattenburg. Deze verbinding bleef zo bestaan tot 1 januari 1932, toen lijn 18 werd ingekort tot het traject Sloterdijk – Nassauplein. Tussen 9 oktober 1944 en 28 april 1947 was de dienst stilgelegd, daarna reed lijn 18 nog tot 1 januari 1951, toen de tramdienst definitief werd vervangen door een busdienst. Aanvankelijk was dit buslijn L, doch op 5 september 1965 keerde het lijnnummer 18 weer terug op de Haarlemmerweg, nu als buslijn die het Nassauplein via Sloterdijk en Bos en Lommerplein met Slotervaart verbond.
Haarlemse tram
De tweede tramverbinding met Sloterdijk was die van de Electrische Spoorweg Maatschappij (ESM), die vanaf 6 oktober 1904 een metersporige elektrische tramlijn opende tussen Haarlem, Sloterdijk en Amsterdam. Deze lijn bediende het gedeelte van de Haarlemmerweg waar nog geen tram langs reed. Bij het dorp Sloterdijk boog deze in zuidoostelijke richting af via de nieuw aangelegde trambaan naar de Wiegbrug, waarlangs in 1908 de Admiraal de Ruijterweg werd aangelegd. Naast de doorgaande dienst Amsterdam – Haarlem – Zandvoort, was er vanaf 1913 ook een lokaaldienst Amsterdam – Sloterdijk, die met losse motorwagens reed en op meer haltes stopte dan de trams richting Haarlem. Hiertoe werd een emplacement met opstelsporen bij Sloterdijk aangelegd. Vanaf 1924 werd de dienst door de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij verzorgd. Precies vijftig jaar na de opening van de lijn werd de lokaaldienst naar Sloterdijk op 6 oktober 1954 vervangen door buslijn 14 van het Gemeente Vervoerbedrijf (GVB). Drie jaar later, op 31 augustus 1957 reden de laatste trams langs Sloterdijk naar Haarlem, waarna bussen hun taak overnamen. Zie ook het aparte artikel over ‘De tramlijn Amsterdam – Haarlem in Amsterdam-West’.
Opnieuw trams naar Sloterdijk
Een kwart eeuw kwamen er geen trams in Sloterdijk, doch in 1982 werd over de route van de vroegere Haarlemse tram een nieuwe trambaan over de Admiraal de Ruijterweg aangelegd, nu voor het GVB. Op 20 september 1982 werd de al bestaande tramlijn 12 vanaf de De Clercqstraat via de Wiegbrug en de Admiraal de Ruijterweg naar het (oude) in 1956 geopende station Sloterdijk aan de Molenwerf verlengd. Het was dus de tweede maal dat een tramlijn 12 in Sloterdijk verscheen. Op dezelfde dag ging ook de nieuwe tramlijn 14 (lijnkleur rood-wit verticaal) deze route berijden en verder richting de Dam (en verder), net als de vroegere lokaaldienst van de NZH.
Naar het nieuwe Station Sloterdijk
Op 7 juli 1985 werden de tramlijn 12 en 14 over een afstand van circa een kilometer in noordwestelijke richting verlengd via de Arlandaweg en Radarweg naar het nieuwe Station Sloterdijk. Lijn 14 verdween hier echter vier jaar later weer, toen deze naar Slotermeer werd verlegd. Sindsdien verzorgt alleen lijn 12 de tramverbinding naar Sloterdijk. Wel heeft deze in 1997 gezelschap gekregen van de metroringlijn 50 die vanaf Sloterdijk (Isolatorweg) over de Ringspoorbaan is gaan rijden.
© Erik Swierstra, oktober 2008.