Van sommige neergeschoten vliegers bestaan foto’s. Zoals van Dover Chalmond Fleming. Wanneer hij werd geboren weten we niet, wel dat hij uit de Amerikaanse staat Mississippi kwam en dat zijn vader dezelfde naam droeg. Dover vliegt een P-47 Thunderbolt, en neemt op 8 oktober 1943 deel aan de alles-of-niets aanval (‘ramrod’) op het Duitse Bremen. Boven het IJsselmeer wordt hij door een Messerschmitt beschoten. Dovers collega, de later befaamde Kidd Hofer, haalt dat toestel neer, maar Fleming kan niet verder. Hij haakt af van de formatie en crasht rond 16 uur, vermoedelijk op het land van Pieter Worm, Nooitgedacht, Osdorperweg 571.
Henk Rebel (1932-2007) van het Crash Museum Aalsmeeerderbrug sprak een ooggetuige en hoorde dat de piloot gewond uit het vliegtuig was gekomen. Hij ging er vanuit dat dit Fleming was. Henk (1942) en Gerrit Worm (1944) kennen de plek nog. Het Amerikaanse toestel kwam neer op het vijfde ‘kamp’ (strook land), net over de Wetering. Dat is nu tussen het Ma Braunpad en de Willem Mulierhof. De Duitsers kwamen piloot en vliegtuigwrak ophalen. Wat er met Fleming is gebeurd weten ze niet. We hebben zijn foto. En op de Muur der Vermisten van de Amerikaanse begraafplaats Margraten een gedenkteken.
Soms krijgen ook burgers het te verduren. ‘Fliegerhorst’ Schiphol is in de oorlog een van de grootste en zwaarst omstreden vliegvelden van West-Europa. Wonen in de omgeving is gevaarlijk. Om zijn vliegtuigen te verbergen bouwt de Luftwaffe zo’n 20 ‘modelboerderijen’: een woonhuis en een grote schuur. Het zijn feitelijk hangars, compleet met rijbanen. Twee van die camouflagebouwen stonden achterop het land van Nieuwemeerdijk 242. Daar boerden sinds 1932 Cornelis van den Boogaard en zijn vrouw Aaltje Veldhuisen. Verteller Jaap (1927) is een van hun drie kinderen.
Op 3 november 1943 even voor vier uur ‘s middags vallen 72 Amerikaanse Marauders, geëscorteerd door 151 Spitfires, Schiphol aan. Jaap staat met zijn vader en broer Gerrit in het klompenhok naar de aanval te kijken. Plotseling zien ze een Duitse voltreffer en afbuigende geallieerden. ‘Naar binnen!’ roept vader. Iedereen gaat voor in de keuken staan. Het blijkt de enige veilige plek te zijn. Maar zus Annie krijgt twee kleine bomscherven in haar hoofd. Vader zegt tegen Jaap: ‘neem de fiets en ga naar Sloten om de dokter te halen!’ Dokter den Ouden komt met zijn auto en ziet dat Annie direct naar het ziekenhuis moet. Marechaussee van Kasbergen brengt haar naar het Wilhelmina Gasthuis, waar ze drie maanden blijft. De anderen zijn dakloos. Jaap gaat voorlopig naar familie in Weesperkarspel. Vader, moeder en broer Gerrit kunnen terecht bij Beeklust aan de Uitweg, waar vader geboren werd. Annie herstelt gelukkig. De eigen boerderij is verloren.
Dit is deel 6 van een reeks verhalen over de 2e Wereldoorlog. De verhalen zijn tot stand gekomen vanuit interviews die Pim Ligtvoet - van het Comité 4-5 mei Slotervaart - heeft gehouden met (oud)bewoners van de polders die nu tezamen Nieuw-West vormen.
Link naar rubriek waar alle verhalen 'Oorlog in West' bij elkaar komen te staan.